Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. achterblijver:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for achterblijver from Dutch to French

achterblijver:

achterblijver [de ~ (m)] noun

  1. de achterblijver (uitvaller; achtergeblevene)
    le retardataire; le traînard

Translation Matrix for achterblijver:

NounRelated TranslationsOther Translations
retardataire achterblijver; achtergeblevene; uitvaller hannes; laatkomer; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; telaatkomer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
traînard achterblijver; achtergeblevene; uitvaller draler; drukster; hannes; lijntrekster; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
ModifierRelated TranslationsOther Translations
traînard langzaam; sloom; traag

Related Words for "achterblijver":

  • achterblijvers

Wiktionary Translations for achterblijver:


Cross Translation:
FromToVia
achterblijver traînard straggler — one who falls behind the rest