Summary
Dutch to French: more detail...
- administreren:
-
Wiktionary:
- administreren → administrer, gérer, régir
Dutch
Detailed Translations for administreren from Dutch to French
administreren:
-
administreren (beheren; besturen)
gérer; administrer; diriger-
gérer verb (gère, gères, gérons, gérez, gèrent, gérais, gérait, gérions, gériez, géraient, gérai, géras, géra, gérâmes, gérâtes, gérèrent, gérerai, géreras, gérera, gérerons, gérerez, géreront)
-
administrer verb (administre, administres, administrons, administrez, administrent, administrais, administrait, administrions, administriez, administraient, administrai, administras, administra, administrâmes, administrâtes, administrèrent, administrerai, administreras, administrera, administrerons, administrerez, administreront)
-
diriger verb (dirige, diriges, dirigeons, dirigez, dirigent, dirigeais, dirigeait, dirigions, dirigiez, dirigeaient, dirigeai, dirigeas, dirigea, dirigeâmes, dirigeâtes, dirigèrent, dirigerai, dirigeras, dirigera, dirigerons, dirigerez, dirigeront)
-
Conjugations for administreren:
o.t.t.
- administreer
- administreert
- administreert
- administreren
- administreren
- administreren
o.v.t.
- administreerde
- administreerde
- administreerde
- administreerden
- administreerden
- administreerden
v.t.t.
- heb geadministreerd
- hebt geadministreerd
- heeft geadministreerd
- hebben geadministreerd
- hebben geadministreerd
- hebben geadministreerd
v.v.t.
- had geadministreerd
- had geadministreerd
- had geadministreerd
- hadden geadministreerd
- hadden geadministreerd
- hadden geadministreerd
o.t.t.t.
- zal administreren
- zult administreren
- zal administreren
- zullen administreren
- zullen administreren
- zullen administreren
o.v.t.t.
- zou administreren
- zou administreren
- zou administreren
- zouden administreren
- zouden administreren
- zouden administreren
diversen
- administreer!
- administreert!
- geadministreerd
- administrerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for administreren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
administrer | administreren; beheren; besturen | aanvoeren; besturen; bevel voeren over; binnen gieten; commanderen; geven; iemand iets toedienen; ingeven; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; verstrekken; voorzitten |
diriger | administreren; beheren; besturen | aansturen; aanvoeren; begeleiden; besturen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; erdoor loodsen; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; karren; leiden; leiding geven; leidinggeven; macht uitoefenen; managen; meevoeren; opdragen; overheersen; regeren; rijden; verordenen; voeren; voorzitten |
gérer | administreren; beheren; besturen | aanvoeren; beheren; besturen; iets aankunnen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten |