Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. afbeuken:


Dutch

Detailed Translations for afbeuken from Dutch to French

afbeuken:

afbeuken [znw.] noun

  1. afbeuken
    le battre; l'éreinter

Translation Matrix for afbeuken:

NounRelated TranslationsOther Translations
battre afbeuken
éreinter afbeuken
VerbRelated TranslationsOther Translations
battre aankloppen; aantikken; afkloppen; bekampen; beroeren; bestrijden; beuken; bevechten; bonken; hameren; hard slaan; hengsten; karnen; klakken; klapperen; kleppen; kloppen; kloppen met een hamer; klutsen; meppen; omroeren; raken; rammen; roeren; slaan; tikken; timmeren; treffen
éreinter afkraken; katten; kraken; kritiseren