Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. afgeven op:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afgeven op from Dutch to French

afgeven op:

afgeven op verb

  1. afgeven op (beschimpen)
    insulter; invectiver; avoir à redire à; injurier; vitupérer; trouver à redire à
    • insulter verb (insulte, insultes, insultons, insultez, )
    • invectiver verb (invective, invectives, invectivons, invectivez, )
    • injurier verb (injurie, injuries, injurions, injuriez, )
    • vitupérer verb (vitupère, vitupères, vitupérons, vitupérez, )

Translation Matrix for afgeven op:

VerbRelated TranslationsOther Translations
avoir à redire à afgeven op; beschimpen
injurier afgeven op; beschimpen beledigen; benadelen; beschimpen; bespotten; bezeren; blesseren; donderen; foeteren; fulmineren; ketteren; krenken; kwetsen; nadeel berokkenen; razen; schaden; schelden; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; uitvaren; verwonden; vloeken
insulter afgeven op; beschimpen belasteren; beledigen; beschimpen; donderen; foeteren; fulmineren; grieven; ketteren; krenken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; pijn doen; razen; schamperen; schelden; schelden op; smaden; smalen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; uitvaren; zeer doen
invectiver afgeven op; beschimpen beschimpen; bespotten; uitschelden
trouver à redire à afgeven op; beschimpen
vitupérer afgeven op; beschimpen aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; hekelen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden


Related Translations for afgeven op