Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate alleenstaand

Translate alleenstaand from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

alleenstaand:
- célibataire; isolé; seul; indépendant; individuel; pavillon
Wiktionary:
- alleenstaand → célibataire

Dutch

Detailed Translations for alleenstaand from Dutch to French

alleenstaand:

alleenstaand adj

alleenstaand (single)
célibataire; isolé; seul
- célibataire adj
- isolé adj
- seul adj
alleenstaand (vrijgezel; ongebonden)
célibataire
- célibataire adj
alleenstaand (vrijstaand; gescheiden; apart; afzonderlijk; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand)
indépendant; individuel; isolé; pavillon
- indépendant adj
- individuel adj
- isolé adj
- pavillon adj
alleenstaand (vrijstaand; geïsoleerd; apart; afzonderlijk; op zichzelf staand; op zich; separaat; losstaand)
indépendant; isolé
- indépendant adj
- isolé adj

Translation Matrix for alleenstaand:

Noun	Related Translations	Other Translations
célibataire		alleenstaande; vrijgezel
indépendant		zelfstandige
pavillon		oorschelp; paviljoen; prieel; scheepsvlag; tuinhuis; tuinhuisje; zomerhuisje
Modifier	Related Translations	Other Translations
célibataire	alleenstaand; ongebonden; single; vrijgezel	ongehuwd; ongetrouwd
individuel	afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand	eenmans; eenpersoons; individueel
indépendant	afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand	afzonderlijk; apart; onafhankelijk; op zichzelf; separaat; soeverein; vrijheidlievend; zelfstandig
isolé	afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; single; vrijstaand	afgelegen; afgezonderd; afzonderlijk; apart; in quarantaine; ver; veraf; verafgelegen; vereenzaamd
pavillon	afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
seul	alleenstaand; single	afgezonderd; afzonderlijk; apart; eenmalig; eenvoudig; enkel; gemakkelijk; in quarantaine; licht; makkelijk; niet moeilijk; separaat; simpel; uniek; vereenzaamd

Related Words for "alleenstaand":

alleenstaande

Wiktionary Translations for alleenstaand:

Cross Translation:

From	To	Via
• alleenstaand	→ célibataire	↔ single — not married nor dating
• alleenstaand	→ célibataire	↔ sole — unmarried; widowed
• alleenstaand	→ célibataire	↔ unmarried — having no husband or wife