Dutch
Detailed Translations for binnenvliegen from Dutch to French
binnenvliegen:
-
binnenvliegen (binnenstormen)
Conjugations for binnenvliegen:
o.t.t.
- vlieg binnen
- vliegt binnen
- vliegt binnen
- vliegen binnen
- vliegen binnen
- vliegen binnen
o.v.t.
- vloog binnen
- vloog binnen
- vloog binnen
- vlogen binnen
- vlogen binnen
- vlogen binnen
v.t.t.
- ben binnengevlogen
- bent binnengevlogen
- is binnengevlogen
- zijn binnengevlogen
- zijn binnengevlogen
- zijn binnengevlogen
v.v.t.
- was binnengevlogen
- was binnengevlogen
- was binnengevlogen
- waren binnengevlogen
- waren binnengevlogen
- waren binnengevlogen
o.t.t.t.
- zal binnenvliegen
- zult binnenvliegen
- zal binnenvliegen
- zullen binnenvliegen
- zullen binnenvliegen
- zullen binnenvliegen
o.v.t.t.
- zou binnenvliegen
- zou binnenvliegen
- zou binnenvliegen
- zouden binnenvliegen
- zouden binnenvliegen
- zouden binnenvliegen
diversen
- vlieg binnen!
- vliegt binnen!
- binnengevlogen
- binnenvliegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for binnenvliegen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
entrer en trombe | binnenstormen; binnenvliegen | |
se précipiter | binnenstormen; binnenvliegen | aanpoten; aanvallen; attaqueren; belegeren; bestormen; haast maken; haasten; hardlopen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opjagen; opschieten; overhaasten; overvallen; rennen; reppen; snellen; spoeden; stressen; tempo maken; vliegen; voortmaken; zich haasten; zich spoeden; zich storten |