Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. boodschappen doen:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for boodschappen doen:
    • faire des courses


Dutch

Detailed Translations for boodschappen doen from Dutch to French

boodschappen doen:

boodschappen doen verb (doe boodschappen, doet boodschappen, deed boodschappen, deden boodschappen, boodschappen gedaan)

  1. boodschappen doen (winkelen; inkopen; inslaan; inkopen doen)
    emmagasiner; faire provision de
    • emmagasiner verb (emmagasine, emmagasines, emmagasinons, emmagasinez, )

Conjugations for boodschappen doen:

o.t.t.
  1. doe boodschappen
  2. doet boodschappen
  3. doet boodschappen
  4. doen boodschappen
  5. doen boodschappen
  6. doen boodschappen
o.v.t.
  1. deed boodschappen
  2. deed boodschappen
  3. deed boodschappen
  4. deden boodschappen
  5. deden boodschappen
  6. deden boodschappen
v.t.t.
  1. heb boodschappen gedaan
  2. hebt boodschappen gedaan
  3. heeft boodschappen gedaan
  4. hebben boodschappen gedaan
  5. hebben boodschappen gedaan
  6. hebben boodschappen gedaan
v.v.t.
  1. had boodschappen gedaan
  2. had boodschappen gedaan
  3. had boodschappen gedaan
  4. hadden boodschappen gedaan
  5. hadden boodschappen gedaan
  6. hadden boodschappen gedaan
o.t.t.t.
  1. zal boodschappen doen
  2. zult boodschappen doen
  3. zal boodschappen doen
  4. zullen boodschappen doen
  5. zullen boodschappen doen
  6. zullen boodschappen doen
o.v.t.t.
  1. zou boodschappen doen
  2. zou boodschappen doen
  3. zou boodschappen doen
  4. zouden boodschappen doen
  5. zouden boodschappen doen
  6. zouden boodschappen doen
diversen
  1. doe boodschappen!
  2. doet boodschappen!
  3. boodschappen gedaan
  4. boodschappen doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for boodschappen doen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
emmagasiner boodschappen doen; inkopen; inkopen doen; inslaan; winkelen bewaren; deponeren; opslaan
faire provision de boodschappen doen; inkopen; inkopen doen; inslaan; winkelen
- winkelen

Wiktionary Translations for boodschappen doen:


Cross Translation:
FromToVia
boodschappen doen faire les magasins; [[faire du shopping]]; faire des courses; faire des achats shop — to visit shops
boodschappen doen shopping; courses shopping — activity of buying

Related Translations for boodschappen doen