Noun | Related Translations | Other Translations |
composition
|
bouw; constructie; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
|
assemblage; assembleren; bijeenlegging; brokje; compositie; constitutie; eindje; eindscriptie; essay; fragmentje; gestel; intonatie; klein stukje; modulatie; montage; opbouw; opstel; ordening; organisatie; partje; proefwerk; repetitie; samenstelling; samenstelling taalkunde; samenvoeging; scriptie; snippertje; stembuiging; structuur; stukje; systeem; test; toets; toonval; toonzetting; verhandeling; verslag; werkstuk; zetsels; zetten; zetwerk
|
constitution
|
bouw; constructie; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
|
constitutie; gestel; grondwet
|
construction
|
bouw; constructie; fabricage; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
|
aanleggen; assemblage; assembleren; bebouwing; bouw; bouwsector; bouwsel; bouwwerk; constitutie; gebouw; gestel; grondlegging; lichaamsbouw; montage; opbouw; ordening; organisatie; pand; samenstelling; samenvoeging; structuur; systeem
|
fabrication
|
constructie; fabricage
|
aanmaak; aanmaken; creatie; creëren; fabricage; fabricatie; fabriceren; fabrikaat; maak; maaksel; makelij; maken; merk; produceren; product; productie; scheppen; schepping; vervaardigen; vervaardiging
|
structure
|
bouw; constructie; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
|
bestel; bureau; bureaumeubel; indeling; samenstel; structuur
|
édification
|
bouw; constructie; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
|
het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging
|