Dutch
Detailed Translations for deppen from Dutch to French
deppen:
-
deppen (afbetten; betten; bevochtigen)
humidifier; tamponner; mouiller; humecter-
humidifier verb (humidifie, humidifies, humidifions, humidifiez, humidifient, humidifiais, humidifiait, humidifiions, humidifiiez, humidifiaient, humidifiai, humidifias, humidifia, humidifiâmes, humidifiâtes, humidifièrent, humidifierai, humidifieras, humidifiera, humidifierons, humidifierez, humidifieront)
-
tamponner verb (tamponne, tamponnes, tamponnons, tamponnez, tamponnent, tamponnais, tamponnait, tamponnions, tamponniez, tamponnaient, tamponnai, tamponnas, tamponna, tamponnâmes, tamponnâtes, tamponnèrent, tamponnerai, tamponneras, tamponnera, tamponnerons, tamponnerez, tamponneront)
-
mouiller verb (mouille, mouilles, mouillons, mouillez, mouillent, mouillais, mouillait, mouillions, mouilliez, mouillaient, mouillai, mouillas, mouilla, mouillâmes, mouillâtes, mouillèrent, mouillerai, mouilleras, mouillera, mouillerons, mouillerez, mouilleront)
-
humecter verb (humecte, humectes, humectons, humectez, humectent, humectais, humectait, humections, humectiez, humectaient, humectai, humectas, humecta, humectâmes, humectâtes, humectèrent, humecterai, humecteras, humectera, humecterons, humecterez, humecteront)
-
Conjugations for deppen:
o.t.t.
- dep
- dept
- dept
- deppen
- deppen
- deppen
o.v.t.
- depte
- depte
- depte
- depten
- depten
- depten
v.t.t.
- heb gedept
- hebt gedept
- heeft gedept
- hebben gedept
- hebben gedept
- hebben gedept
v.v.t.
- had gedept
- had gedept
- had gedept
- hadden gedept
- hadden gedept
- hadden gedept
o.t.t.t.
- zal deppen
- zult deppen
- zal deppen
- zullen deppen
- zullen deppen
- zullen deppen
o.v.t.t.
- zou deppen
- zou deppen
- zou deppen
- zouden deppen
- zouden deppen
- zouden deppen
en verder
- is gedept
- zijn gedept
diversen
- dep!
- dept!
- gedept
- deppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for deppen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
humecter | afbetten; betten; bevochtigen; deppen | bevochtigen; nat maken |
humidifier | afbetten; betten; bevochtigen; deppen | bevochtigen; nat maken |
mouiller | afbetten; betten; bevochtigen; deppen | ankeren; begieten; besprenkelen; besproeien; bespuiten; bevochtigen; nat maken; sprenkelen; sproeien; water geven |
tamponner | afbetten; betten; bevochtigen; deppen | afstempelen; beuken; bonken; bufferen; hameren; rammen; slaan; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen |