Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. deugdelijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for deugdelijk from Dutch to French

deugdelijk:


Translation Matrix for deugdelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
résistant verzetsstrijder
sérieux ernst; gedegenheid; grondigheid; serieusheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
efficace beproefd; deugdelijk; probaat aantrekkelijk; afdoend; beslissend; beslist; doelmatig; doeltreffend; doortastend; effectief; efficiënt; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; opperbest; overtuigend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
de bonne qualité degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid
fiable betrouwbaar; degelijk; deugdelijk bedrijfszeker
honnête degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; braaf; cru; decent; deugdzaam; echt; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; geschikt; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; kuis; lief; manierlijk; menens; netjes; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; plezierig; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; tof; trouwhartig; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; welvoeglijk; zachtaardig; zedig; zoet
robuste betrouwbaar; degelijk; deugdelijk behoorlijk; breed; danig; degelijk; duchtig; ferm; fiks; flink; fors; forse; grofgebouwd; kerngezond; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; uit de kluiten gewassen; zeer gezond
résistant betrouwbaar; degelijk; deugdelijk bestand tegen; bestendig; degelijk; duurzame; hecht; opgewassen tegen; solide; stevig
solide betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid aannemelijk; behoorlijk; bestendig; danig; dapper; degelijk; degelijke; doorwrocht; duchtig; ferm; fiks; flink; fors; gefundeerd; gegrond; hecht; kordaat; logisch; moedig; moreel sterk; onderlegd; onveranderlijk; op goede gronden steunend; potig; robuust; solide; standvastig; steekhoudend; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer
sérieux degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid erg; ernstig; heel erg; kwalijk; serieus; van bedenkelijke aard; vol ernst; werkelijk menend
éprouvé beproefd; deugdelijk; probaat getest; geëxamineerd; uitgeprobeerd

Related Words for "deugdelijk":


Wiktionary Translations for deugdelijk:

deugdelijk
adjective
  1. physique|fr Qui a de la consistance.

Cross Translation:
FromToVia
deugdelijk adéquat adequate — equal to some requirement
deugdelijk convenable; exact; juste; propre proper — following the established standards of behavior or manners