Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. doorzijgen:


Dutch

Detailed Translations for doorzijgen from Dutch to French

doorzijgen:

doorzijgen verb

  1. doorzijgen (zeven; filteren; filtreren; ziften)
    séparer; tamiser; filtrer; trier; sélectionner
    • séparer verb (sépare, sépares, séparons, séparez, )
    • tamiser verb (tamise, tamises, tamisons, tamisez, )
    • filtrer verb (filtre, filtres, filtrons, filtrez, )
    • trier verb (trie, tries, trions, triez, )
    • sélectionner verb (sélectionne, sélectionnes, sélectionnons, sélectionnez, )

Translation Matrix for doorzijgen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
filtrer doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften doorlekken; doorsijpelen; filteren; uitfilteren; wegsijpelen
sélectionner doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften kiezen; ordenen; rangeren; schiften; selecteren; selectie toepassen; sorteren; uitkiezen; uitpikken; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; ziften
séparer doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften afbreken; afrukken; afscheiden; afscheuren; afsplijten; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; breken; delen; hamsteren; isoleren; loskoppelen; neerhalen; omverhalen; opdelen; oppotten; opsplitsen; opzij leggen; ordenen; potten; rangeren; scheiden; schiften; separeren; slopen; sorteren; splitsen; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uit elkaar plaatsen; uiteengaan; uiteenplaatsen; uiteenzetten; uitsplitsen; uitzoeken; van elkaar gaan
tamiser doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften
trier doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften ordenen; rangeren; schiften; sorteren; uitzoeken