Dutch
Detailed Translations for dwars oversteken from Dutch to French
dwars oversteken:
dwars oversteken verb (steek dwars over, steekt dwars over, stak dwars over, staken dwars over, dwars overgestoken)
-
dwars oversteken
traverser; passer-
traverser verb (traverse, traverses, traversons, traversez, traversent, traversais, traversait, traversions, traversiez, traversaient, traversai, traversas, traversa, traversâmes, traversâtes, traversèrent, traverserai, traverseras, traversera, traverserons, traverserez, traverseront)
-
passer verb (passe, passes, passons, passez, passent, passais, passait, passions, passiez, passaient, passai, passas, passa, passâmes, passâtes, passèrent, passerai, passeras, passera, passerons, passerez, passeront)
-
Conjugations for dwars oversteken:
o.t.t.
- steek dwars over
- steekt dwars over
- steekt dwars over
- steken dwars over
- steken dwars over
- steken dwars over
o.v.t.
- stak dwars over
- stak dwars over
- stak dwars over
- staken dwars over
- staken dwars over
- staken dwars over
v.t.t.
- ben dwars overgestoken
- bent dwars overgestoken
- is dwars overgestoken
- zijn dwars overgestoken
- zijn dwars overgestoken
- zijn dwars overgestoken
v.v.t.
- was dwars overgestoken
- was dwars overgestoken
- was dwars overgestoken
- waren dwars overgestoken
- waren dwars overgestoken
- waren dwars overgestoken
o.t.t.t.
- zal dwars oversteken
- zult dwars oversteken
- zal dwars oversteken
- zullen dwars oversteken
- zullen dwars oversteken
- zullen dwars oversteken
o.v.t.t.
- zou dwars oversteken
- zou dwars oversteken
- zou dwars oversteken
- zouden dwars oversteken
- zouden dwars oversteken
- zouden dwars oversteken
diversen
- steek dwars over!
- steekt dwars over!
- dwars overgestoken
- dwars overstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for dwars oversteken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
passer | dwars oversteken | aangeven; aankomen; aanlopen; aanreiken; aantrekken; aflopen; besteden; bezoeken; dichttrekken; doorbrengen; doordrukken; doorheen reizen; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; erdoor komen; geven; inhalen; inlopen; komen aanlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; oversteken; passeren; reiken; reizen door; schenken; slijten; toestoppen; vergaan; verlenen; verlopen; verstrekken; verstrijken; vervallen; voorbijgaan; voorbijkomen; voorbijrijden; voorbijvaren |
traverser | dwars oversteken | doorheen reizen; doorkomen; doorleven; doormaken; doorreizen; doorstaan; doorvaren; doorvliegen; opkruisen; oplaveren; overgaan; oversteken; reizen; reizen door; rondreizen; trekken; verdragen; verduren; verteren; zwerven |