Noun | Related Translations | Other Translations |
activité
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
Windows Workflow Foundation-activiteit; activiteit; arbeid; arbeidzaamheid; bedrijvigheid; beroep; bezigheid; functionaliteit; prestatie; roerigheid; vak; verrichting; werk; werkstroomactiviteit; werkzaamheid; zakelijke activiteit
|
affairement
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; roerigheid; werkzaamheid
|
affluence
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
drom; drukte; gedrang; het toestromen; het toevloeien; massa; menigte; mensenmassa; oploopje; samenkomst; toeloop; toevloed; troep; volksmenigte
|
bousculade
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
beroering; drukte; gedrang; geraas; hectiek; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; toeloop; toevloed; tumult
|
cohue
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
beroering; drukte; gedrang; gedruis; geraas; groep mensen; hectiek; heibel; heksenketel; lawaai; leven; massa; menigte; opschudding; pandemonium; rumoer; toeloop; toevloed; tumult
|
foule
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
bende; berg; boel; broeden; drom; drukte; geboefte; gebroed; gedrang; gepeupel; gespuis; grauw; groep mensen; heleboel; hoop; horde; kluit; kudde; massa; menigte; mensenmassa; plebs; rapaille; schaar; schare; schorriemorrie; toeloop; toevloed; troep; tuig; uitschot; volksmenigte
|
masse
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
accumulatie; bende; berg; boel; breekhamers; drom; gewicht; groep mensen; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; horde; klont; klonter; kluit; kudde; massa; menigte; mensenmassa; meute; mokers; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; overvloed; samenkomst; schaar; schare; stapel; toeloop; troep; voorhamers; zwaarte
|
multitude de personnes
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
|
presse
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
beroering; drukpers; drukte; geraas; heibel; heksenketel; krantenpers; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; pers; rumoer; tumult
|
tumulte
|
drukte; grote menigte; toeloop; veel mensen
|
agitatie; beroering; drukte; gebrul; gebulder; gedruis; geharrewar; gekrijs; geluid; geraas; geschreeuw; gewoel; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; kouwe drukte; lawaai; leven; ongedurigheid; onrust; ophef; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; pandemonium; rel; rumoer; sensatie; spektakel; tumult; verwarring; volksoproer; vuistgevecht
|