Summary
Dutch
Detailed Translations for honds from Dutch to French
honds:
Translation Matrix for honds:
Noun | Related Translations | Other Translations |
méchant | eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
canidé | honds | |
cruel | honds | barbaars; beestachtig; bruut; inhumaan; meedogenloos; monsterlijk; onmenselijk; smartelijk; verdrietig makend; wreed |
méchant | honds | achterbaks; banaal; bar slecht; bedriegelijk; donker; doortrapt; dubieus; duister; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; glibberig; gluiperig; grof; kwaadaardig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; met slechte intentie; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; venijnig; verdacht; vunzig |
Related Words for "honds":
Wiktionary Translations for honds:
honds
adjective
-
(familier, fr) Qui a tendance à bougonner.
-
Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes.
-
D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
- maussade → mistroostig; naargeestig; somber; triestig; balorig; kregel; slechtgehumeurd; kregelig; gemelijk; akelig; naar; onaangenaam; verdrietelijk; vervelend; bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur; saai
-
Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur.