Dutch
Detailed Translations for huiseigenaar from Dutch to French
huiseigenaar:
-
de huiseigenaar (huisbezitter; woningbezitter)
le propriétaire
Translation Matrix for huiseigenaar:
Noun | Related Translations | Other Translations |
propriétaire | huisbezitter; huiseigenaar; woningbezitter | bezitster; bezitter; café-eigenaar; drager; eigenaar; hospes; houder; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kroegbaas; pensionhouder; verhuurder; verpachter; waard |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
propriétaire | eigenaar |