Summary


Dutch

Detailed Translations for iets op touw zetten from Dutch to French

iets op touw zetten:

iets op touw zetten verb

  1. iets op touw zetten (regelen; arrangeren)
    arranger; organiser; lancer; ériger; commencer; créer; aménager; construire; édifier; fonder; dresser
    • arranger verb (arrange, arranges, arrangeons, arrangez, )
    • organiser verb (organise, organises, organisons, organisez, )
    • lancer verb (lance, lances, lançons, lancez, )
    • ériger verb (érige, ériges, érigeons, érigez, )
    • commencer verb (commence, commences, commençons, commencez, )
    • créer verb (crée, crées, créons, créez, )
    • aménager verb (aménage, aménages, aménageons, aménagez, )
    • construire verb (construis, construit, construisons, construisez, )
    • édifier verb (édifie, édifies, édifions, édifiez, )
    • fonder verb (fonde, fondes, fondons, fondez, )
    • dresser verb (dresse, dresses, dressons, dressez, )

Translation Matrix for iets op touw zetten:

NounRelated TranslationsOther Translations
lancer omhoog werpen; opwerpen
organiser aanrichten
VerbRelated TranslationsOther Translations
aménager arrangeren; iets op touw zetten; regelen huis inrichten; inrichten; meubileren
arranger arrangeren; iets op touw zetten; regelen afspreken; arrangeren; bedisselen; bijleggen; coördineren; effenen; egaliseren; fatsoeneren; fiksen; flikken; goedmaken; groeperen; herstellen; in goede staat brengen; in orde brengen; in orde maken; indelen; inrichten; installeren; instrumenteren; klaarspelen; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; ordenen; orkestreren; rangeren; rangordenen; rangschikken; regelen; renoveren; ruzie afsluiten; schiften; schikken; sorteren; systematiseren; uitzoeken; vereffenen; vlijen; voor elkaar krijgen
commencer arrangeren; iets op touw zetten; regelen aanbinden; aanbreken; aangaan; aanknopen; aanvangen; beginnen; een begin nemen; inluiden; intreden; inzetten; ondernemen; op gang komen; starten; van start gaan
construire arrangeren; iets op touw zetten; regelen aanbouwen; aanbrengen; aanleggen; bijbouwen; bouwen; construeren; expanderen; in elkaar timmeren; in het leven roepen; ineentimmeren; installeren; maken; monteren en aansluiten; opbouwen; openen; oprichten; optrekken; overeindzetten; plaatsen; scheppen; timmerend in elkaar zetten; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
créer arrangeren; iets op touw zetten; regelen fabriceren; formeren; in het leven roepen; maken; produceren; scheppen; tot stand brengen; trekken; vervaardigen; voor elkaar krijgen; voortbrengen
dresser arrangeren; iets op touw zetten; regelen aanbrengen; aanleggen; bouwen; construeren; funderen; gaan staan; gronden; grondvesten; hoger worden; installeren; instellen; invoeren; monteren en aansluiten; omhoogbrengen; omhoogkomen; oprichten; opstaan; opstijgen; optrekken; opvliegen; overeindzetten; plaatsen; rechtop zetten; stichten; temmen; verheffen
fonder arrangeren; iets op touw zetten; regelen aarden; baseren; bouwen; funderen; gronden; grondvesten; instellen; invoeren; koloniseren; opbouwen; oprichten; settelen; stichten; vestigen
lancer arrangeren; iets op touw zetten; regelen aanbreken; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvangen; aanvoeren; afsmijten; afwerpen; beginnen; bouwen; een begin nemen; entameren; gesprek aanknopen; ingooien; inluiden; introduceren; keilen; kennis laten maken; kogelen; lanceren; laten opstijgen; naar beneden gooien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neergooien; neerwerpen; omhooggooien; omhoogwerpen; omlaag werpen; op de grond gooien; op de markt brengen; opbouwen; openen; opgooien; ophoesten; oplaten; opperen; opwerpen; poneren; smijten; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitbrengen; uitgeven; van start gaan; voor de dag komen met; voorstellen
organiser arrangeren; iets op touw zetten; regelen afspreken; arrangeren; bedisselen; coördineren; huis inrichten; plannen; regelen
édifier arrangeren; iets op touw zetten; regelen bouwen; construeren; funderen; gronden; grondvesten; instellen; invoeren; opbouwen; oprichten; optrekken; overeindzetten; stichten
ériger arrangeren; iets op touw zetten; regelen bouwen; construeren; funderen; gronden; grondvesten; instellen; invoeren; opbouwen; oprichten; optrekken; overeindzetten; stichten

Related Translations for iets op touw zetten