Noun | Related Translations | Other Translations |
affaire
|
issue; kwestie; punt
|
aangelegenheid; aankoop; aanschaf; acquisitie; affaire; afname; bedrijf; bezigheid; deal; firma; geval; incident; koop; koopmanschap; kopen; kwestie; onderneming; transactie; verkrijging; verwerving; zaak; zaakje
|
cas
|
issue; kwestie; punt
|
aangelegenheid; affaire; casus; deining; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; incident; invalshoek; kwestie; kwesties; naamval; oogpunt; ophef; perspectief; probleem; problematiek; problemen; standpunt; vraagstuk; zaak; zaakje; zienswijs
|
différend
|
issue; kwestie; punt
|
botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; kwestie; meningsverschil; onenigheid; oogpunt; perspectief; redestrijd; redetwist; ruzie; standpunt; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling; zienswijs
|
point à l'ordre du jour
|
issue; kwestie; punt
|
|
problème
|
issue; kwestie; punt
|
aangelegenheid; affaire; complicatie; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; ingewikkeldheid; interpellatie; invalshoek; kwestie; moeilijkheid; oogpunt; opgaaf; opgave; perspectief; probleem; probleemgeval; probleemstelling; standpunt; stelling; verhandeling; vraag; vraagstelling; vraagstuk; werkstuk; zaak; zienswijs; zwaarte
|
question
|
issue; kwestie; punt
|
aangelegenheid; affaire; casus; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; ingewikkeldheid; interpellatie; invalshoek; kwestie; kwesties; moeilijkheid; oogpunt; opgaaf; opgave; perspectief; probleem; probleemstelling; problematiek; problemen; standpunt; stelling; verhandeling; vraag; vraagstelling; vraagstuk; werkstuk; zaak; zienswijs; zwaarte
|