Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. laten exploderen:


Dutch

Detailed Translations for laten exploderen from Dutch to French

laten exploderen:

laten exploderen

  1. laten exploderen (opblazen)

laten exploderen verb

  1. laten exploderen (opblazen)
    gonfler; exploser; se ballonner; bomber; bouffer; grossir; enfler; se gonfler
    • gonfler verb (gonfle, gonfles, gonflons, gonflez, )
    • exploser verb (explose, exploses, explosons, explosez, )
    • bomber verb (bombe, bombes, bombons, bombez, )
    • bouffer verb (bouffe, bouffes, bouffons, bouffez, )
    • grossir verb (grossis, grossit, grossissons, grossissez, )
    • enfler verb (enfle, enfles, enflons, enflez, )
    • se gonfler verb

Translation Matrix for laten exploderen:

NounRelated TranslationsOther Translations
bouffer oppeuzelen; opvreten
VerbRelated TranslationsOther Translations
bomber laten exploderen; opblazen bollen; opbollen
bouffer laten exploderen; opblazen bikken; bollen; brassen; bunkeren; consumeren; eten; gebruiken; kluiven; knauwen; laven; lekker eten; lenigen; lessen; naar binnen werken; nuttigen; onfatsoenlijk eten; opbollen; opeten; oppeuzelen; opvreten; savoureren; schaften; schransen; schrokken; slempen; smikkelen; smullen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; verslinden; verzwelgen; vreten; zitten proppen; zwelgen
enfler laten exploderen; opblazen aandikken; bollen; expanderen; opblazen; opbollen; openen; opkloppen; opschroeven; opzwellen; overdreven voorstellen; overdrijven; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
exploser laten exploderen; opblazen aan stukken springen; exploderen; klappen; ontploffen; ploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteenspatten
gonfler laten exploderen; opblazen dik worden; doen zwellen; expanderen; farceren; opdrijven; openen; opschroeven; opvullen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; veel doen stijgen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; vullen; zwellen
grossir laten exploderen; opblazen aandikken; aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bollen; de hoogte ingaan; dik worden; dikker worden; expanderen; geconcentreerder worden; gedijen; groeien; groter worden; iets overdreven voorstellen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opblazen; opbollen; openen; opkloppen; opschroeven; opzetten; opzwellen; overdreven voorstellen; overdrijven; rijzen; stijgen; stollen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; verdikken; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
sauter een sprongetje maken; geslachtsgemeenschap hebben; kastanjes poffen; kletteren; neuken; over iets springen; overslaan; poffen; rammelen; springen; uiteenspatten; vozen
se ballonner laten exploderen; opblazen bollen; opbollen
se gonfler laten exploderen; opblazen bollen; opbollen; opzwellen; uitdijen; uitzwellen; zwellen
OtherRelated TranslationsOther Translations
sauter laten exploderen; opblazen

External Machine Translations:

Related Translations for laten exploderen