Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. luitjes:
  2. luit:
  3. lui:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for luitjes from Dutch to French

luitjes:

luitjes [de ~] noun, plural

  1. de luitjes (lieden; lui)
    le gens

Translation Matrix for luitjes:

NounRelated TranslationsOther Translations
gens lieden; lui; luitjes mensen

Related Words for "luitjes":


luitjes form of luit:

luit [de ~] noun

  1. de luit
    le luth

Translation Matrix for luit:

NounRelated TranslationsOther Translations
luth luit

Related Words for "luit":


Wiktionary Translations for luit:

luit
noun
  1. cordophone portable d’origine arabe, de corps généralement piriforme prolongé par un manche recouvert d'une touche sur laquelle le musicien appuie avec les doigts d'une main les cordes tendues attachées au cordier à une extrémité, et à la table d'harmonie à l'autre, c

Cross Translation:
FromToVia
luit luth lute — stringed instrument
luit luth LauteMusik: ein Saiteninstrument mit birnenförmigem Korpus und angesetztem Hals

lui:

lui [de ~] noun, plural

  1. de lui (lieden; luitjes)
    le gens

Translation Matrix for lui:

NounRelated TranslationsOther Translations
fainéant flierefluiter; geitenbreier; klooier; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut; slampamper; slapkous
gens lieden; lui; luitjes mensen
paresseux flierefluiter; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; lijntrekkers; luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut; slampamper; slapkous
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
inactif lui; niets doend apathisch; inactief; lethargisch; niet-actief; werkeloos; werkloos
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fainéant lui; niets doend vadsig
indolent lui; niets doend futloos; gemakzuchtig; hangerig; laks; lamlendig; langzaam; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; slap; sloom; traag; vadsig; werkeloos; werkloos
paresseuse lui; niets doend; traag; werkschuw werkeloos; werkloos
paresseusement lui; niets doend; traag; werkschuw werkeloos; werkloos
paresseux lui; niets doend; traag; werkschuw gemakzuchtig; werkeloos; werkloos

Related Words for "lui":


Antonyms for "lui":


Related Definitions for "lui":

  1. mensen1
    • dat zijn leuke lui1
  2. slaperig1
    • ik ben lui, ik ga naar bed1
  3. zonder zin om iets te doen1
    • hij maakt zich niet zo druk, hij is een beetje lui1

Wiktionary Translations for lui:

lui
adjective
  1. werkschuw, niet houden van inspanning of werk
noun
  1. lieden, mensen
lui
adjective
  1. Qui est naturellement enclin à éviter l’action, le travail, l’effort, à ne pas se donner de peine.

Cross Translation:
FromToVia
lui paresseux lazy — unwilling to work
lui gens people — a body of human beings; a group of two or more persons
lui gens; personnes Leute — eine Gruppe von Personen, Menschen meist unbestimmter, aber auch bestimmter Anzahl
lui gens LeuteKollektivum: die Menschen im Allgemeinen, gewöhnliche Menschen