Dutch
Detailed Translations for omlaaghalen from Dutch to French
omlaaghalen:
-
omlaaghalen (fel bekritiseren; neerhalen)
rabaisser; abaisser; critiquer quelqu'un acharnement; faire le procès de quelqu'un-
rabaisser verb (rabaisse, rabaisses, rabaissons, rabaissez, rabaissent, rabaissais, rabaissait, rabaissions, rabaissiez, rabaissaient, rabaissai, rabaissas, rabaissa, rabaissâmes, rabaissâtes, rabaissèrent, rabaisserai, rabaisseras, rabaissera, rabaisserons, rabaisserez, rabaisseront)
-
abaisser verb (abaisse, abaisses, abaissons, abaissez, abaissent, abaissais, abaissait, abaissions, abaissiez, abaissaient, abaissai, abaissas, abaissa, abaissâmes, abaissâtes, abaissèrent, abaisserai, abaisseras, abaissera, abaisserons, abaisserez, abaisseront)
-
Conjugations for omlaaghalen:
o.t.t.
- haal omlaag
- haalt omlaag
- haalt omlaag
- halen omlaag
- halen omlaag
- halen omlaag
o.v.t.
- haalde omlaag
- haalde omlaag
- haalde omlaag
- haalden omlaag
- haalden omlaag
- haalden omlaag
v.t.t.
- ben omlaaggehaald
- bent omlaaggehaald
- is omlaaggehaald
- zijn omlaaggehaald
- zijn omlaaggehaald
- zijn omlaaggehaald
v.v.t.
- was omlaaggehaald
- was omlaaggehaald
- was omlaaggehaald
- waren omlaaggehaald
- waren omlaaggehaald
- waren omlaaggehaald
o.t.t.t.
- zal omlaaghalen
- zult omlaaghalen
- zal omlaaghalen
- zullen omlaaghalen
- zullen omlaaghalen
- zullen omlaaghalen
o.v.t.t.
- zou omlaaghalen
- zou omlaaghalen
- zou omlaaghalen
- zouden omlaaghalen
- zouden omlaaghalen
- zouden omlaaghalen
en verder
- heb omlaaggehaald
- hebt omlaaggehaald
- heeft omlaaggehaald
- hebben omlaaggehaald
- hebben omlaaggehaald
- hebben omlaaggehaald
diversen
- haal omlaag!
- haalt omlaag!
- omlaaggehaald
- omlaaghalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omlaaghalen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
abaisser | wegzakken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
abaisser | fel bekritiseren; neerhalen; omlaaghalen | afbreken; breken; denigreren; erafhalen; kleineren; neerbrengen; neerhalen; niveau verlagen; omlaagbrengen; omverhalen; slopen; uit elkaar halen |
critiquer quelqu'un acharnement | fel bekritiseren; neerhalen; omlaaghalen | |
faire le procès de quelqu'un | fel bekritiseren; neerhalen; omlaaghalen | |
rabaisser | fel bekritiseren; neerhalen; omlaaghalen | afbreken; breken; denigreren; kleiner maken; kleineren; neerhalen; omverhalen; slopen; uit elkaar halen; verkleinen |