Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/French
->Translate onschuldigheid
Translate
onschuldigheid
from Dutch to French
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to French:
more detail...
onschuldigheid:
propreté
;
chasteté
;
caractère immaculé
;
retraite
;
pureté
;
modestie
;
netteté
;
retenue
Dutch
Detailed Translations for
onschuldigheid
from Dutch to French
onschuldigheid:
onschuldigheid
[
znw.
]
noun
onschuldigheid
(
onbevlektheid
;
kuisheid
;
reinheid
;
zedigheid
;
onbezoedeldheid
)
la
propreté
;
la
chasteté
;
le
caractère immaculé
;
le
retraite
;
la
pureté
;
la
modestie
;
la
netteté
;
la
retenue
propreté
[
la ~
]
noun
chasteté
[
la ~
]
noun
caractère immaculé
[
le ~
]
noun
retraite
[
le ~
]
noun
pureté
[
la ~
]
noun
modestie
[
la ~
]
noun
netteté
[
la ~
]
noun
retenue
[
la ~
]
noun
Translation Matrix for
onschuldigheid
:
Noun
Related Translations
Other Translations
caractère immaculé
kuisheid
;
onbevlektheid
;
onbezoedeldheid
;
onschuldigheid
;
reinheid
;
zedigheid
chasteté
kuisheid
;
onbevlektheid
;
onbezoedeldheid
;
onschuldigheid
;
reinheid
;
zedigheid
degelijkheid
;
deugdelijkheid
;
deugdzaamheid
;
eerbaarheid
modestie
kuisheid
;
onbevlektheid
;
onbezoedeldheid
;
onschuldigheid
;
reinheid
;
zedigheid
armzaligheid
;
bescheidenheid
;
degelijkheid
;
deugdelijkheid
;
deugdzaamheid
;
dienst
;
eenvoud
;
eerbaarheid
;
gedienstige handeling
;
gedienstigheid
;
gematigdheid
;
ingetogenheid
;
karigheid
;
matigheid
;
poverheid
;
pretentieloosheid
;
schamelheid
;
schraalheid
;
simpelheid
;
soberheid
;
stemmigheid
;
voorkomendheid
;
zedigheid
netteté
kuisheid
;
onbevlektheid
;
onbezoedeldheid
;
onschuldigheid
;
reinheid
;
zedigheid
keurigheid
;
netheid
;
onberispelijkheid
;
opgeruimdheid
;
ordelijkheid
;
properheid
;
smetteloosheid
;
verstaanbaarheid
propreté
kuisheid
;
onbevlektheid
;
onbezoedeldheid
;
onschuldigheid
;
reinheid
;
zedigheid
betamelijkheid
;
eerbaarheid
;
fatsoen
;
fatsoenlijkheid
;
gepastheid
;
keurigheid
;
kiesheid
;
netheid
;
onberispelijkheid
;
opgeruimdheid
;
ordelijkheid
;
properheid
;
puurheid
;
smetteloosheid
;
welgemanierdheid
;
welvoeglijkheid
;
zindelijkheid
pureté
kuisheid
;
onbevlektheid
;
onbezoedeldheid
;
onschuldigheid
;
reinheid
;
zedigheid
keurigheid
;
netheid
;
onberispelijkheid
;
opgeruimdheid
;
ordelijkheid
;
properheid
;
puurheid
;
reinheid
;
smetteloosheid
;
vlekkeloosheid
;
zuiverheid
retenue
kuisheid
;
onbevlektheid
;
onbezoedeldheid
;
onschuldigheid
;
reinheid
;
zedigheid
afhouden
;
beletten
;
bescheidenheid
;
dienst
;
gedienstige handeling
;
gedienstigheid
;
ingetogenheid
;
matiging
;
mindering
;
moderatie
;
pretentieloosheid
;
tempering
;
voorkomendheid
;
weerhouden
;
zedigheid
retraite
kuisheid
;
onbevlektheid
;
onbezoedeldheid
;
onschuldigheid
;
reinheid
;
zedigheid
AOW
;
afscheiding
;
aftocht
;
afzondering
;
hoek
;
isolering
;
onttrekken
;
onttrekking
;
ouderdomspensioen
;
ouderdomsrente
;
retraite
;
retraitehuis
;
schuilhoek
;
schuilkelder
;
schuilplaats
;
stek
;
teruggetrokkenheid
;
terugrit
;
terugtocht
;
toevlucht
;
toevluchtsoord
;
vrijplaats
;
wijkplaats
Remove Ads
Remove Ads