Dutch
Detailed Translations for ontkolen from Dutch to French
ontkolen:
-
ontkolen
décalaminer; décarburer-
décalaminer verb (décalamine, décalamines, décalaminons, décalaminez, décalaminent, décalaminais, décalaminait, décalaminions, décalaminiez, décalaminaient, décalaminai, décalaminas, décalamina, décalaminâmes, décalaminâtes, décalaminèrent, décalaminerai, décalamineras, décalaminera, décalaminerons, décalaminerez, décalamineront)
-
décarburer verb
-
Conjugations for ontkolen:
o.t.t.
- ontkool
- ontkoolt
- ontkoolt
- ontkolen
- ontkolen
- ontkolen
o.v.t.
- ontkoolde
- ontkoolde
- ontkoolde
- ontkoolden
- ontkoolden
- ontkoolden
v.t.t.
- heb ontkoold
- hebt ontkoold
- heeft ontkoold
- hebben ontkoold
- hebben ontkoold
- hebben ontkoold
v.v.t.
- had ontkoold
- had ontkoold
- had ontkoold
- hadden ontkoold
- hadden ontkoold
- hadden ontkoold
o.t.t.t.
- zal ontkolen
- zult ontkolen
- zal ontkolen
- zullen ontkolen
- zullen ontkolen
- zullen ontkolen
o.v.t.t.
- zou ontkolen
- zou ontkolen
- zou ontkolen
- zouden ontkolen
- zouden ontkolen
- zouden ontkolen
diversen
- ontkool!
- ontkoolt!
- ontkoold
- ontkolend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontkolen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
décalaminer | ontkolen | |
décarburer | ontkolen |