Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ontstemmen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontstemmen from Dutch to French

ontstemmen:

ontstemmen verb (ontstem, ontstemt, ontstemde, ontstemden, ontstemd)

  1. ontstemmen
    mécontenter
    • mécontenter verb (mécontente, mécontentes, mécontentons, mécontentez, )

Conjugations for ontstemmen:

o.t.t.
  1. ontstem
  2. ontstemt
  3. ontstemt
  4. ontstemmen
  5. ontstemmen
  6. ontstemmen
o.v.t.
  1. ontstemde
  2. ontstemde
  3. ontstemde
  4. ontstemden
  5. ontstemden
  6. ontstemden
v.t.t.
  1. ben ontstemd
  2. bent ontstemd
  3. is ontstemd
  4. zijn ontstemd
  5. zijn ontstemd
  6. zijn ontstemd
v.v.t.
  1. was ontstemd
  2. was ontstemd
  3. was ontstemd
  4. waren ontstemd
  5. waren ontstemd
  6. waren ontstemd
o.t.t.t.
  1. zal ontstemmen
  2. zult ontstemmen
  3. zal ontstemmen
  4. zullen ontstemmen
  5. zullen ontstemmen
  6. zullen ontstemmen
o.v.t.t.
  1. zou ontstemmen
  2. zou ontstemmen
  3. zou ontstemmen
  4. zouden ontstemmen
  5. zouden ontstemmen
  6. zouden ontstemmen
diversen
  1. ontstem!
  2. ontstemt!
  3. ontstemd
  4. ontstemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontstemmen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
mécontenter ontstemmen

Wiktionary Translations for ontstemmen: