Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. onzalig:


Dutch

Detailed Translations for onzalig from Dutch to French

onzalig:

onzalig adj

  1. onzalig (ongelukkig)

Translation Matrix for onzalig:

NounRelated TranslationsOther Translations
malchanceux pechvogel
malheureux arme drommel; drommel; ongelukkige; stakker; stakkerd; stakkers; stumper; stumpers; sukkel; sukkelaar; zielenpiet
ModifierRelated TranslationsOther Translations
malchanceux ongelukkig; onzalig rampspoedig; vol tegenslag
malheureux ongelukkig; onzalig akelig; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; lamlendig; meelijwekkend; miserabel; naar; rampspoedig; vol tegenslag

Related Words for "onzalig":

  • onzalige