Dutch

Detailed Translations for overbluft from Dutch to French

overbluft:


Translation Matrix for overbluft:

NounRelated TranslationsOther Translations
interdit schorsing; suspensie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ahuri overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; beteuterd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overstuur; perplex; sprakeloos; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verbouwereerd; verschrikt; verstomd; verwonderd
baba overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend
bouche bée overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; sprakeloos; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verbouwereerd; verstomd; verwonderd
décontenancé overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; sprakeloos; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verbouwereerd; verstomd; verwonderd
esbroufé overbluft; overdonderd
estomaqué overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbouwereerd
impressionné overbluft; overdonderd
interdit overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend bedremmeld; beduusd; beteuterd; clandestien; getroffen; illegaal; met de mond vol tanden; met open mond; ongeoorloofd; onrechtmatig; onthutst; ontsteld; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; paf; perplex; sprakeloos; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verboden; verboden bij de wet; verstomd; verwonderd; wederrechtelijk
mat overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beslagen; dof; flauw; flets; gematteerd; glansloos; grauwkleurig; grijs; mat; niet helder; ongeanimeerd; smakeloos; zonder smaak
muet overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stil; stilletjes; stilzwijgend; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; zachtjes; zonder geluid; zwijgend
pantois overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; beteuterd; getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
perplexe overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; sprakeloos; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verbouwereerd; verstomd; verwonderd
sans voix overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend
terne overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend afstompend; beslagen; bleek; boosaardig; daas; dof; dood; eentonig; eenvoudig; flauw; flets; flodderig; futloos; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; gematteerd; glansloos; grauw; grauwkleurig; grijs; lamlendig; levenloos; licht; lusteloos; makkelijk; mat; mistroostig; morsig; niet bezield; niet helder; niet moeilijk; niet uitbundig; onbezield; ongeanimeerd; ranzig; saai; simpel; slap; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smakeloos; smerig; soezerig; somber; stom; suf; triest; troosteloos; vaal; verschoten; versuft; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; zonder smaak
ébahi overbluft; overdonderd; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overstuur; paf; perplex; sprakeloos; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verbouwereerd; verstomd; verwonderd
ébaubi overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend
éberlué overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overstuur; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
épaté overbluft; overdonderd getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
époustouflé overbluft; overdonderd beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd

overbluft form of overbluffen:

overbluffen verb (overbluf, overbluft, overblufte, overbluften, overbluft)

  1. overbluffen (overdonderen)
    épater; envahir; accabler; terrasser; bluffer; surcharger
    • épater verb (épate, épates, épatons, épatez, )
    • envahir verb (envahis, envahit, envahissons, envahissez, )
    • accabler verb (accable, accables, accablons, accablez, )
    • terrasser verb (terrasse, terrasses, terrassons, terrassez, )
    • bluffer verb (bluffe, bluffes, bluffons, bluffez, )
    • surcharger verb (surcharge, surcharges, surchargeons, surchargez, )

Conjugations for overbluffen:

o.t.t.
  1. overbluf
  2. overbluft
  3. overbluft
  4. overbluffen
  5. overbluffen
  6. overbluffen
o.v.t.
  1. overblufte
  2. overblufte
  3. overblufte
  4. overbluften
  5. overbluften
  6. overbluften
v.t.t.
  1. heb overbluft
  2. hebt overbluft
  3. heeft overbluft
  4. hebben overbluft
  5. hebben overbluft
  6. hebben overbluft
v.v.t.
  1. had overbluft
  2. had overbluft
  3. had overbluft
  4. hadden overbluft
  5. hadden overbluft
  6. hadden overbluft
o.t.t.t.
  1. zal overbluffen
  2. zult overbluffen
  3. zal overbluffen
  4. zullen overbluffen
  5. zullen overbluffen
  6. zullen overbluffen
o.v.t.t.
  1. zou overbluffen
  2. zou overbluffen
  3. zou overbluffen
  4. zouden overbluffen
  5. zouden overbluffen
  6. zouden overbluffen
en verder
  1. ben overbluft
  2. bent overbluft
  3. is overbluft
  4. zijn overbluft
  5. zijn overbluft
  6. zijn overbluft
diversen
  1. overbluf!
  2. overbluft!
  3. overbluft
  4. overbluffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overbluffen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
accabler overbluffen; overdonderen belasten; opdragen
bluffer overbluffen; overdonderen bluffen; brallen
envahir overbluffen; overdonderen aankomen; bezoeken; binnen gaan; binnendringen; binnenmarcheren; binnentrekken; binnenvallen; doordringen; haven binnenvaren; indringen; inlopen; invallen; langskomen; naar binnen vallen; onder gezag brengen; onderwerpen; onverwachts langskomen; op bezoek komen; opzoeken; overmannen; overmeesteren; overweldigen; penetreren; voorbijkomen; zich meester maken van
surcharger overbluffen; overdonderen bedelven; begraven; forceren; overbelasten; overladen; overstelpen
terrasser overbluffen; overdonderen overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van
épater overbluffen; overdonderen

External Machine Translations: