Dutch
Detailed Translations for overgaan from Dutch to French
overgaan:
-
overgaan
passer sur; traverser-
passer sur verb
-
traverser verb (traverse, traverses, traversons, traversez, traversent, traversais, traversait, traversions, traversiez, traversaient, traversai, traversas, traversa, traversâmes, traversâtes, traversèrent, traverserai, traverseras, traversera, traverserons, traverserez, traverseront)
-
-
overgaan (bellen)
Conjugations for overgaan:
o.t.t.
- ga over
- gaat over
- gaat over
- gaan over
- gaan over
- gaan over
o.v.t.
- ging over
- ging over
- ging over
- gingen over
- gingen over
- gingen over
v.t.t.
- ben overgegaan
- bent overgegaan
- is overgegaan
- zijn overgegaan
- zijn overgegaan
- zijn overgegaan
v.v.t.
- was overgegaan
- was overgegaan
- was overgegaan
- waren overgegaan
- waren overgegaan
- waren overgegaan
o.t.t.t.
- zal overgaan
- zult overgaan
- zal overgaan
- zullen overgaan
- zullen overgaan
- zullen overgaan
o.v.t.t.
- zou overgaan
- zou overgaan
- zou overgaan
- zouden overgaan
- zouden overgaan
- zouden overgaan
diversen
- ga over!
- gaat over!
- overgegaan
- overgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overgaan:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sonnerie | bellen; overgaan | bel; bellen; belsignaal; beltoon; carillon; einder; gebeier; gelui; gerinkel; gezichtseinder; horizon; kim; klokgelui; klokje; klokkenspel; klokslag; opbellen; polshorloge; schel; trompetsignaal; wekker; wektoestel; zakhorloge; zakuurwerk |
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire sonner | bellen; overgaan | |
passer sur | overgaan | |
traverser | overgaan | doorheen reizen; doorkomen; doorleven; doormaken; doorreizen; doorstaan; doorvaren; doorvliegen; dwars oversteken; opkruisen; oplaveren; oversteken; reizen; reizen door; rondreizen; trekken; verdragen; verduren; verteren; zwerven |
- | verdwijnen |
Synonyms for "overgaan":
Antonyms for "overgaan":
Related Definitions for "overgaan":
Wiktionary Translations for overgaan:
overgaan
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overgaan | → passer | ↔ pass — change from one state to another |
• overgaan | → devenir | ↔ turn into — intransitive: become |