Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. sabotage:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for sabotage from Dutch to French

sabotage:

sabotage [de ~ (v)] noun

  1. de sabotage (tegenwerking)
    la révolte; la résistance; l'opposition; la rébellion; le sabotage

Translation Matrix for sabotage:

NounRelated TranslationsOther Translations
opposition sabotage; tegenwerking bedenking; bezwaar; contrast; oppositie; opstand; rebellie; tegenkant; tegenpartij; tegenstand; tegenstelling; verzet; verzetsbeweging; weerstand
rébellion sabotage; tegenwerking oproer; opstand; opstootje; rebellie; rel; tegenstand; verzet; volksoproer; volksopstand; vuistgevecht; weerstand
résistance sabotage; tegenwerking afweer; afweren; bedenking; bestand zijn; bestendigheid; bezwaar; illegaliteit; incasseringsvermogen; ondergronds verzet; onwettigheid; opstand; rebellie; taaiheid; tegendruk; tegengewicht; tegenstand; tegenwicht; uithoudingsvermogen; veerkracht; verdedigen; verweren; verzet; verzetsbeweging; weerstand; weerstandsvermogen; weren
révolte sabotage; tegenwerking oproer; opstand; opstootje; plotselinge omwenteling; rebellie; rel; tegenstand; verzet; volksoproer; volksopstand; vuistgevecht; weerstand
sabotage sabotage; tegenwerking
ModifierRelated TranslationsOther Translations
révolte opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig

Wiktionary Translations for sabotage:

sabotage
noun
  1. een vijandige ingreep op zaken om deze te laten mislukken of te vernielen

Cross Translation:
FromToVia
sabotage sabotage Sabotage — die im Verborgenen betriebene, planmäßige Beschädigung, wegnehmen oder Zerstörung von Gegenstand und/oder Bestandteil einer Infrastruktur, die der Aufrechterhaltung dieser Ordnung dienen.
sabotage sabotage sabotage — deliberate action of subversion, obstruction, disruption, destruction

External Machine Translations: