Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schrijvers:
  2. schrijver:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schrijvers from Dutch to French

schrijvers:

schrijvers [de ~] noun, plural

  1. de schrijvers (auteurs)
    l'écrivains; l'auteurs; le romanciers

Translation Matrix for schrijvers:

NounRelated TranslationsOther Translations
auteurs auteurs; schrijvers makers
romanciers auteurs; schrijvers
écrivains auteurs; schrijvers

Related Words for "schrijvers":


schrijvers form of schrijver:

schrijver [de ~ (m)] noun

  1. de schrijver (auteur; dichter)
    l'écrivain; l'auteur; le poète; le romancier

Translation Matrix for schrijver:

NounRelated TranslationsOther Translations
auteur auteur; dichter; schrijver auteur; bedrijver; bewerker; briefschrijver; creator; dader; maker; schepper; schrijfster; verwekker; voortbrenger
poète auteur; dichter; schrijver dichter; dichteres; poëet; poëte
romancier auteur; dichter; schrijver romancier; romanschrijver
écrivain auteur; dichter; schrijver

Related Words for "schrijver":


Wiktionary Translations for schrijver:

schrijver
noun
  1. een persoon die beroepsmatig schrijft
schrijver
noun
  1. littérature|fr Personne qui a rédigé un ouvrage de littérature, de science ou d’art.
  2. personne dont l’occupation consister à écrire des ouvrages.

Cross Translation:
FromToVia
schrijver auteur author — originator or creator of a work
schrijver écrivain; auteur writer — person who writes; an author
schrijver écrivain AutorSchriftsteller