Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. speeluur:


Dutch

Detailed Translations for speeluur from Dutch to French

speeluur:

speeluur [het ~] noun

  1. het speeluur

Translation Matrix for speeluur:

NounRelated TranslationsOther Translations
heure de récréation speeluur
récréation speeluur lunch; lunchpauze; lunchtijd; middagpauze; onderbreking; pauze; schafttijd; schaftuur; speelduur; speelkwartier; speeltijd; tijd bestemd voor spelen; tussenpoos; wedstrijdduur

Related Words for "speeluur":

  • speeluren