Dutch
Detailed Translations for stakker from Dutch to French
stakker:
-
de stakker (drommel; zielenpiet; stumper)
-
de stakker (stumper; sukkel; zielenpiet)
Translation Matrix for stakker:
Noun | Related Translations | Other Translations |
malheureux | drommel; stakker; stumper; sukkel; zielenpiet | arme drommel; ongelukkige; stakkerd; stakkers; stumpers; sukkelaar |
pauvre diable | drommel; stakker; stumper; sukkel; zielenpiet | arme drommel; druiloor; idioot; kalfskop; klungel; klungelaar; kruk; kuiken; oen; ongelukkige; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; stakkerd; stoethaspel; stommeling; stommerd; stommerik; stumper; sukkel; sukkelaar; sul; uil |
pauvre malheureux | stakker; stumper; sukkel; zielenpiet | |
pauvre type | drommel; stakker; stumper; sukkel; zielenpiet | arme drommel; klungel; klungelaar; kruk; ongelukkige; stakkerd; stoethaspel; stumper; sukkelaar |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
malheureux | akelig; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; lamlendig; meelijwekkend; miserabel; naar; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; vol tegenslag |