Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. steunen op:


Dutch

Detailed Translations for steunen op from Dutch to French

steunen op:

steunen op [znw.] noun

  1. steunen op

steunen op verb (steun op, steunt op, steunde op, steunden op, op gesteund)

  1. steunen op
    appuyer
    • appuyer verb (appuie, appuies, appuyons, appuyez, )

Conjugations for steunen op:

o.t.t.
  1. steun op
  2. steunt op
  3. steunt op
  4. steunen op
  5. steunen op
  6. steunen op
o.v.t.
  1. steunde op
  2. steunde op
  3. steunde op
  4. steunden op
  5. steunden op
  6. steunden op
v.t.t.
  1. heb op gesteund
  2. hebt op gesteund
  3. heeft op gesteund
  4. hebben op gesteund
  5. hebben op gesteund
  6. hebben op gesteund
v.v.t.
  1. had op gesteund
  2. had op gesteund
  3. had op gesteund
  4. hadden op gesteund
  5. hadden op gesteund
  6. hadden op gesteund
o.t.t.t.
  1. zal steunen op
  2. zult steunen op
  3. zal steunen op
  4. zullen steunen op
  5. zullen steunen op
  6. zullen steunen op
o.v.t.t.
  1. zou steunen op
  2. zou steunen op
  3. zou steunen op
  4. zouden steunen op
  5. zouden steunen op
  6. zouden steunen op
en verder
  1. ben op gesteund
  2. bent op gesteund
  3. is op gesteund
  4. zijn op gesteund
  5. zijn op gesteund
  6. zijn op gesteund
diversen
  1. steun op!
  2. steunt op!
  3. op gesteund
  4. steunend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for steunen op:

NounRelated TranslationsOther Translations
fait d'appuyer sur steunen op leunen tegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
appuyer steunen op aanbevelen; aanraden; baseren; bemoedigen; bijvallen; coöpereren; dragen; drukken; funderen; iemand recommanderen; indrukken; induwen; instemmen; knellen; meewerken; nomineren; ondersteunen; opbeuren; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stutten; tikken op; troosten; vertroosten; voordragen

Related Translations for steunen op