Noun | Related Translations | Other Translations |
calme
|
|
bedaardheid; geduld; gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; gemak; gemoedsrust; gerustheid; kalmheid; kalmte; nuchterheid; onverstoorbaarheid; rust; rustigheid; sereniteit; stilheid; stilte; vrede; vredessituatie; vredigheid; windstilte
|
clandestin
|
|
onderduiker
|
renfermé
|
|
bedomptheid
|
secret
|
|
discretie; geheim; geheimhouding; geheimzinnigheid; heimelijkheid; kiesheid; mysterie; stiekemheid; verborgenheid; verholenheid
|
silencieux
|
|
demper; geluiddemper; klankdemper; knaldemper; knalpotten; sourdine; uitlaten
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
caché
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
bedekt; cryptisch; heimelijk; in 't geniep; in het geniep; onderhuids; onopgemerkt; sluimerend; steels; stiekem; verbloemd; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verdekt; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen; verstolen
|
silencieux
|
bedaard; gedeisd; geluidloos; geruisloos; gesloten; kalm; ongemerkt; ongezien; rustig; stil; stilletjes; stilzwijgend; taciturn; weinig spraakzaam; zachtjes; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam
|
Stil; in 't geniep; klankloos
|
-
|
onbeweeglijk
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
atone
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes; zonder geluid
|
toonloos; zonder toon
|
calme
|
bedaard; gedeisd; kalm; rustig; stil
|
bedaard; berustend; gelaten; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; koel; koud; lijdelijk; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stilletjes aan; vrijuit; windstil
|
clandestin
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
achterbaks; bedekt; clandestien; doortrapt; geheim; geniepig; gluiperig; heimelijk; illegaal; in 't geniep; in het geheim; in het geniep; listig; onder de grond; onderaards; ondergronds; ongeoorloofd; onopgemerkt; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; op steelse wijze; slinks; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; stilletjes; tersluiks; verbloemd; verboden; verboden bij de wet; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen; verstolen; wederrechtelijk
|
en silence
|
geluidloos; stil; stilzwijgend; zonder geluid; zwijgend
|
|
fermé
|
gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
|
afgesloten; dicht; dicht zijn; gesloten; op slot; potdicht; toe
|
feutré
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
in 't geniep; viltachtig; vilten; viltig
|
inaperçu
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
heimelijk; in 't geniep; ongemerkt; onopgemerkt; stilletjes; zonder op te vallen
|
insonore
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes; zonder geluid
|
geluiddempend
|
muet
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; stilzwijgend; zachtjes; zonder geluid; zwijgend
|
beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; zwijgend
|
peu bavard
|
gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
|
|
placide
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; gelijkmoedig; kalm; onderkoeld; rustig
|
placidement
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
kalmpjes; rustig; rustig aan; stilletjes aan
|
renfermé
|
gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
|
|
réservé
|
gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
|
afstandelijk; bescheiden; besproken; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingetogen; ingetrokken; kies; koel; koud; nuchter; onbuigzaam; onverzettelijk; opzijgezet; stemmig; stijfkoppig; stug; taai; terughoudend; terughoudende; zakelijk
|
sans bruit
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; stilzwijgend; zachtjes; zonder geluid; zwijgend
|
doodstil; in 't geniep; muisstil
|
sans mot dire
|
geluidloos; stil; stilzwijgend; zonder geluid; zwijgend
|
|
secret
|
geluidloos; geruisloos; gesloten; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; taciturn; weinig spraakzaam; zachtjes; zwijgend; zwijgzaam
|
achterbaks; bedekt; cryptisch; doortrapt; geheim; geheimzinnig; geniepig; gluiperig; heimelijk; in 't geniep; in het geheim; in het geniep; listig; mysterieus; onder de grond; onderaards; ondergronds; onderhuids; op steelse wijze; raadselachtig; slinks; sluimerend; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; stilletjes; tersluiks; verbloemd; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen; verstolen
|
serein
|
bedaard; gedeisd; geluidloos; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam; zonder geluid
|
bedaard; berustend; gelaten; gelijkmoedig; goedgehumeurd; goedgeluimd; kalm; kalmpjes; klare; lijdelijk; onbewogen; onderkoeld; opgewekt; rustig; rustig aan; sereen; stilletjes aan; welgemoed; welgestemd
|
sereine
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
|
sereinement
|
bedaard; geluidloos; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam; zonder geluid
|
kalmpjes; rustig; rustig aan; stilletjes aan
|
silencieusement
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; stilzwijgend; zachtjes; zonder geluid; zwijgend
|
heimelijk; in 't geniep; onderhands; stilletjes
|
taciturne
|
geluidloos; gesloten; stil; stilzwijgend; taciturn; weinig spraakzaam; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam
|
geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai; terughoudend; terughoudende; zwijgzaam
|
tranquille
|
bedaard; gedeisd; geluidloos; kalm; rustig; stil; stilzwijgend; zonder geluid; zwijgend
|
bedaard; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; koel; koud; luchthartig; onaangedaan; onbekommerd; onberoerd; onbesuisd; onbewogen; onbezorgd; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; rustig; rustig aan; rustige; sereen; stilletjes aan; vrijuit; zorgeloos
|
tranquillement
|
geluidloos; stil; stilzwijgend; zonder geluid; zwijgend
|
bedaard; gelijkmoedig; gemoedereerd; gerust; kalm; kalmpjes; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbewogen; onbezorgd; rustig; rustig aan; sereen; stilletjes aan; zorgeloos
|