Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate struiken

Translate struiken from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

struiken:
- arbustes; buissons; buisson; broussailles; arbrisseau
struik:
- buisson; arbuste; broussaille; arbrisseau
Wiktionary:
- struik → arbuste, buisson
- struik → arbrisseau, buisson, arbuste

Dutch

Detailed Translations for struiken from Dutch to French

struiken:

struiken [de ~] noun, plural

de struiken (heesters)
l'arbustes; le buissons
- arbustes [le ~] noun
- buissons [le ~] noun
de struiken (struikgewas; struweel)
le buisson; la broussailles; l'arbrisseau; le buissons
- buisson [le ~] noun
- broussailles [la ~] noun
- arbrisseau [le ~] noun
- buissons [le ~] noun

Translation Matrix for struiken:

Noun	Related Translations	Other Translations
arbrisseau	struiken; struikgewas; struweel	bosje; heester; struik
arbustes	heesters; struiken	heesterbosjes
broussailles	struiken; struikgewas; struweel	bosjes; struikjes
buisson	struiken; struikgewas; struweel	bosje; heester; struik
buissons	heesters; struiken; struikgewas; struweel	struikgewas

Related Words for "struiken":

struik

struiken form of struik:

struik [de ~ (m)] noun

de struik (heester; bosje)
le buisson; l'arbuste; la broussaille; l'arbrisseau
- buisson [le ~] noun
- arbuste [le ~] noun
- broussaille [la ~] noun
- arbrisseau [le ~] noun

Translation Matrix for struik:

Noun	Related Translations	Other Translations
arbrisseau	bosje; heester; struik	struiken; struikgewas; struweel
arbuste	bosje; heester; struik	heesterbosje
broussaille	bosje; heester; struik
buisson	bosje; heester; struik	struiken; struikgewas; struweel

Related Words for "struik":

struiken, struikje, struikjes, struikjes

Wiktionary Translations for struik:

struik

noun

een houtige plant zonder stam die zich onmiddellijk boven of reeds in de grond vertakt in een aantal takken die meer of minder dik kunnen worden
- struik → arbuste

struik

noun

arbrisseau qui n’atteindre que très peu de hauteur.
- arbuste → struik
touffe d’arbustes sauvages.
- buisson → struik; bosje

Cross Translation:

From	To	Via
• struik	→ arbrisseau; buisson	↔ bush — category of woody plant
• struik	→ arbrisseau; arbuste	↔ shrub — woody plant