Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. taalschat:


Dutch

Detailed Translations for taalschat from Dutch to French

taalschat:

taalschat [de ~ (m)] noun

  1. de taalschat
    le lexique; l'expression; l'idiome

Translation Matrix for taalschat:

NounRelated TranslationsOther Translations
expression taalschat bewoording; expressie; formulering; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; spreuk; uitdrukking; uiting; verwoording; zegswijze; zin
idiome taalschat idioom; taaleigen
lexique taalschat vocabulaire; woordenlijst