Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ter wereld brengen:


Dutch

Detailed Translations for ter wereld brengen from Dutch to French

ter wereld brengen:

ter wereld brengen verb (breng ter wereld, brengt ter wereld, bracht ter wereld, brachten ter wereld, ter wereld gebracht)

  1. ter wereld brengen (baren; bevallen; voortbrengen)
    accoucher; produire
    • accoucher verb (accouche, accouches, accouchons, accouchez, )
    • produire verb (produis, produit, produisons, produisez, )
  2. ter wereld brengen
    mettre au monde; accoucher
    • accoucher verb (accouche, accouches, accouchons, accouchez, )
  3. ter wereld brengen (jongen; werpen)

Conjugations for ter wereld brengen:

o.t.t.
  1. breng ter wereld
  2. brengt ter wereld
  3. brengt ter wereld
  4. brengen ter wereld
  5. brengen ter wereld
  6. brengen ter wereld
o.v.t.
  1. bracht ter wereld
  2. bracht ter wereld
  3. bracht ter wereld
  4. brachten ter wereld
  5. brachten ter wereld
  6. brachten ter wereld
v.t.t.
  1. heb ter wereld gebracht
  2. hebt ter wereld gebracht
  3. heeft ter wereld gebracht
  4. hebben ter wereld gebracht
  5. hebben ter wereld gebracht
  6. hebben ter wereld gebracht
v.v.t.
  1. had ter wereld gebracht
  2. had ter wereld gebracht
  3. had ter wereld gebracht
  4. hadden ter wereld gebracht
  5. hadden ter wereld gebracht
  6. hadden ter wereld gebracht
o.t.t.t.
  1. zal ter wereld brengen
  2. zult ter wereld brengen
  3. zal ter wereld brengen
  4. zullen ter wereld brengen
  5. zullen ter wereld brengen
  6. zullen ter wereld brengen
o.v.t.t.
  1. zou ter wereld brengen
  2. zou ter wereld brengen
  3. zou ter wereld brengen
  4. zouden ter wereld brengen
  5. zouden ter wereld brengen
  6. zouden ter wereld brengen
en verder
  1. ben ter wereld gebracht
  2. bent ter wereld gebracht
  3. is ter wereld gebracht
  4. zijn ter wereld gebracht
  5. zijn ter wereld gebracht
  6. zijn ter wereld gebracht
diversen
  1. breng ter wereld!
  2. brengt ter wereld!
  3. ter wereld gebracht
  4. ter wereld brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ter wereld brengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
mettre bas jongen krijgen; werpen
VerbRelated TranslationsOther Translations
accoucher baren; bevallen; ter wereld brengen; voortbrengen
faire des petits jongen; ter wereld brengen; werpen
mettre au monde ter wereld brengen
mettre bas jongen; ter wereld brengen; werpen
produire baren; bevallen; ter wereld brengen; voortbrengen aankweken; aanplanten; een prestatie leveren; fabriceren; fokken; genereren; kweken; maken; opbrengen; ophoesten; opkweken; opleveren; planten; presteren; procreëren; produceren; telen; verbouwen; vervaardigen; verwekken; voor de dag komen met; voortbrengen

Related Translations for ter wereld brengen