Dutch
Detailed Translations for verder lopen from Dutch to French
verder lopen:
-
verder lopen (doorlopen; verdergaan; voortgaan; avanceren)
poursuivre; continuer; persister; avancer; marcher plus loin; se prolonger; devoir continuer-
poursuivre verb (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, poursuivent, poursuivais, poursuivait, poursuivions, poursuiviez, poursuivaient, poursuivis, poursuivit, poursuivîmes, poursuivîtes, poursuivirent, poursuivrai, poursuivras, poursuivra, poursuivrons, poursuivrez, poursuivront)
-
continuer verb (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
-
persister verb (persiste, persistes, persistons, persistez, persistent, persistais, persistait, persistions, persistiez, persistaient, persistai, persistas, persista, persistâmes, persistâtes, persistèrent, persisterai, persisteras, persistera, persisterons, persisterez, persisteront)
-
avancer verb (avance, avances, avançons, avancez, avancent, avançais, avançait, avancions, avanciez, avançaient, avançai, avanças, avança, avançâmes, avançâtes, avancèrent, avancerai, avanceras, avancera, avancerons, avancerez, avanceront)
-
marcher plus loin verb
-
se prolonger verb
-
devoir continuer verb
-
Conjugations for verder lopen:
o.t.t.
- loop verder
- loopt verder
- loopt verder
- lopen verder
- lopen verder
- lopen verder
o.v.t.
- liep verder
- liep verder
- liep verder
- liepen verder
- liepen verder
- liepen verder
v.t.t.
- ben verder gelopen
- bent verder gelopen
- is verder gelopen
- zijn verder gelopen
- zijn verder gelopen
- zijn verder gelopen
v.v.t.
- was verder gelopen
- was verder gelopen
- was verder gelopen
- waren verder gelopen
- waren verder gelopen
- waren verder gelopen
o.t.t.t.
- zal verder lopen
- zult verder lopen
- zal verder lopen
- zullen verder lopen
- zullen verder lopen
- zullen verder lopen
o.v.t.t.
- zou verder lopen
- zou verder lopen
- zou verder lopen
- zouden verder lopen
- zouden verder lopen
- zouden verder lopen
en verder
- heb verder gelopen
- hebt verder gelopen
- heeft verder gelopen
- zijn verder gelopen
- zijn verder gelopen
- zijn verder gelopen
diversen
- loop verder!
- loopt verder!
- verder gelopen
- verder lopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze