Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verklikt:
  2. verklikken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verklikt from Dutch to French

verklikt:

verklikt adj

  1. verklikt (verklapt; geklikt)

Translation Matrix for verklikt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
dénoncé geklikt; verklapt; verklikt
dévoilé geklikt; verklapt; verklikt onverhuld
rapporté geklikt; verklapt; verklikt

verklikt form of verklikken:

verklikken verb (verklik, verklikt, verklikte, verklikten, verklikt)

  1. verklikken (verraden; verklappen; klikken; verlinken)
    trahir; déceler; dénoncer; rapporter; divulguer; moucharder; colporter
    • trahir verb (trahis, trahit, trahissons, trahissez, )
    • déceler verb (décèle, décèles, décelons, décelez, )
    • dénoncer verb (dénonce, dénonces, dénonçons, dénoncez, )
    • rapporter verb (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, )
    • divulguer verb (divulgue, divulgues, divulguons, divulguez, )
    • moucharder verb (moucharde, mouchardes, mouchardons, mouchardez, )
    • colporter verb (colporte, colportes, colportons, colportez, )
  2. verklikken (overbrieven; uit de school klappen)
    moucharder; dénoncer; rapporter
    • moucharder verb (moucharde, mouchardes, mouchardons, mouchardez, )
    • dénoncer verb (dénonce, dénonces, dénonçons, dénoncez, )
    • rapporter verb (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, )
  3. verklikken (verraden; uitbrengen; verklappen; )
    dénoncer; trahir; dénoncer quelqu'un
    • dénoncer verb (dénonce, dénonces, dénonçons, dénoncez, )
    • trahir verb (trahis, trahit, trahissons, trahissez, )

Conjugations for verklikken:

o.t.t.
  1. verklik
  2. verklikt
  3. verklikt
  4. verklikken
  5. verklikken
  6. verklikken
o.v.t.
  1. verklikte
  2. verklikte
  3. verklikte
  4. verklikten
  5. verklikten
  6. verklikten
v.t.t.
  1. heb verklikt
  2. hebt verklikt
  3. heeft verklikt
  4. hebben verklikt
  5. hebben verklikt
  6. hebben verklikt
v.v.t.
  1. had verklikt
  2. had verklikt
  3. had verklikt
  4. hadden verklikt
  5. hadden verklikt
  6. hadden verklikt
o.t.t.t.
  1. zal verklikken
  2. zult verklikken
  3. zal verklikken
  4. zullen verklikken
  5. zullen verklikken
  6. zullen verklikken
o.v.t.t.
  1. zou verklikken
  2. zou verklikken
  3. zou verklikken
  4. zouden verklikken
  5. zouden verklikken
  6. zouden verklikken
diversen
  1. verklik!
  2. verklikt!
  3. verklikt
  4. verklikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verklikken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
colporter klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden colporteren; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; huis-aan-huis-verkopen; leuren; rondbrieven; rondvertellen; uitventen; venten
divulguer klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden alom bekend maken; openbaren; publiceren; uitbrengen; verbreiden; verspreiden
déceler klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden blootleggen; klikken; verklappen
dénoncer aanbrengen; aangeven; klikken; overbrieven; uit de school klappen; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanklagen; beschuldigen; betichten; klikken; ten laste leggen; verklappen
dénoncer quelqu'un aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden doorslaan; klikken; verklappen; verraden
moucharder klikken; overbrieven; uit de school klappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; verklappen
rapporter klikken; overbrieven; uit de school klappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden berichten; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; iets melden; informeren; klikken; meedelen; melden; opbrengen; opleveren; rapporteren; rondbrieven; rondvertellen; terecht brengen; terugbezorgen; verklappen; verraden; verslag uitbrengen
trahir aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; logenstraffen; loochenen; verklappen; verloochenen; verzaken

Wiktionary Translations for verklikken:

verklikken
Cross Translation:
FromToVia
verklikken dénoncer inform — to act as an informer, denounce