Noun | Related Translations | Other Translations |
bifurcation
|
aftakking; onderafdeling; splitsing; vertakking
|
afscheiding; afsplitsing; aftakken; driesprong; opsplitsing; splitsing; tweesprong; tweesprongen; vertakken; wegsplitsing
|
branche
|
vertakking; zijtak
|
afdeling; basisbestanddeel; bedrijfstak; bestanddeel; boomtak; branche; component; deel; deelsoort; departement; detachement; economische sector; element; ent; fractie; ingrediënt; loot; onderdeel; rank; sectie; specialisatie; specialisme; stuk; tak; takje; twijg; uitloper; vakgebied; vakgroep
|
branchement
|
onderafdeling; vertakking
|
inschakeling; tweesprong; wegsplitsing
|
embranchement
|
aftakking; onderafdeling; splitsing; vertakking
|
aaneenschakeling; afrit; driesprong; knooppunt; kruispunt; samenstroming; samentrekking; samenvloeiing; samenvoeging; splitsing; spruitstuk; tweesprong; verkeersknooppunt; wegsplitsing; zijspoor
|
fourche
|
aftakking; onderafdeling; splitsing; vertakking
|
driesprong; gaffel; hooivork; riek; splitsing; tweesprong; vork; wegsplitsing
|
fourchette
|
onderafdeling; vertakking
|
tweesprong; wegsplitsing
|
point d'intersection
|
aftakking; splitsing; vertakking
|
driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; kruisvlak; snijpunt; splitsing; wegkruising; wegsplitsing
|
ramification
|
aftakking; splitsing; vertakking
|
afdeling; departement; detachement; driesprong; loot; sectie; splitsing; tak; takje; twijg; vakgroep; wegsplitsing
|
subdivision
|
onderafdeling; vertakking
|
aard; genre; klasse; onderverdeling; slag; soort; type
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
créer une branche
|
vertakking
|
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
branche
|
vertakking
|
branche; branche-element; voorwaardelijke branche
|