Dutch
Detailed Translations for voldoening geven from Dutch to French
voldoening geven:
voldoening geven verb (geef voldoening, geeft voldoening, gaf voldoening, gaven voldoening, voldoening gegeven)
-
voldoening geven (bevredigen; begeerte stillen)
satisfaire; assouvir; calmer; obtempérer à; contenter; rassasier; tranquilliser; assouvir son appétit; apaiser; pacifier-
satisfaire verb (satisfais, satisfait, satisfaisons, satisfaites, satisfont, satisfaisais, satisfaisait, satisfaisions, satisfaisiez, satisfaisaient, satisfis, satisfit, satisfîmes, satisfîtes, satisfirent, satisferai, satisferas, satisfera, satisferons, satisferez, satisferont)
-
assouvir verb (assouvis, assouvit, assouvissons, assouvissez, assouvissent, assouvissais, assouvissait, assouvissions, assouvissiez, assouvissaient, assouvîmes, assouvîtes, assouvirent, assouvirai, assouviras, assouvira, assouvirons, assouvirez, assouviront)
-
calmer verb (calme, calmes, calmons, calmez, calment, calmais, calmait, calmions, calmiez, calmaient, calmai, calmas, calma, calmâmes, calmâtes, calmèrent, calmerai, calmeras, calmera, calmerons, calmerez, calmeront)
-
obtempérer à verb
-
contenter verb (contente, contentes, contentons, contentez, contentent, contentais, contentait, contentions, contentiez, contentaient, contentai, contentas, contenta, contentâmes, contentâtes, contentèrent, contenterai, contenteras, contentera, contenterons, contenterez, contenteront)
-
rassasier verb (rassasie, rassasies, rassasions, rassasiez, rassasient, rassasiais, rassasiait, rassasiions, rassasiiez, rassasiaient, rassasiai, rassasias, rassasia, rassasiâmes, rassasiâtes, rassasièrent, rassasierai, rassasieras, rassasiera, rassasierons, rassasierez, rassasieront)
-
tranquilliser verb (tranquillise, tranquillises, tranquillisons, tranquillisez, tranquillisent, tranquillisais, tranquillisait, tranquillisions, tranquillisiez, tranquillisaient, tranquillisai, tranquillisas, tranquillisa, tranquillisâmes, tranquillisâtes, tranquillisèrent, tranquilliserai, tranquilliseras, tranquillisera, tranquilliserons, tranquilliserez, tranquilliseront)
-
assouvir son appétit verb
-
apaiser verb (apaise, apaises, apaisons, apaisez, apaisent, apaisais, apaisait, apaisions, apaisiez, apaisaient, apaisai, apaisas, apaisa, apaisâmes, apaisâtes, apaisèrent, apaiserai, apaiseras, apaisera, apaiserons, apaiserez, apaiseront)
-
pacifier verb (pacifie, pacifies, pacifions, pacifiez, pacifient, pacifiais, pacifiait, pacifiions, pacifiiez, pacifiaient, pacifiai, pacifias, pacifia, pacifiâmes, pacifiâtes, pacifièrent, pacifierai, pacifieras, pacifiera, pacifierons, pacifierez, pacifieront)
-
Conjugations for voldoening geven:
o.t.t.
- geef voldoening
- geeft voldoening
- geeft voldoening
- geven voldoening
- geven voldoening
- geven voldoening
o.v.t.
- gaf voldoening
- gaf voldoening
- gaf voldoening
- gaven voldoening
- gaven voldoening
- gaven voldoening
v.t.t.
- heb voldoening gegeven
- hebt voldoening gegeven
- heeft voldoening gegeven
- hebben voldoening gegeven
- hebben voldoening gegeven
- hebben voldoening gegeven
v.v.t.
- had voldoening gegeven
- had voldoening gegeven
- had voldoening gegeven
- hadden voldoening gegeven
- hadden voldoening gegeven
- hadden voldoening gegeven
o.t.t.t.
- zal voldoening geven
- zult voldoening geven
- zal voldoening geven
- zullen voldoening geven
- zullen voldoening geven
- zullen voldoening geven
o.v.t.t.
- zou voldoening geven
- zou voldoening geven
- zou voldoening geven
- zouden voldoening geven
- zouden voldoening geven
- zouden voldoening geven
diversen
- geef voldoening!
- geeft voldoening!
- voldoening gegeven
- voldoening gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze