Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. zwendelaars:
  2. zwendelaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zwendelaars from Dutch to French

zwendelaars:

zwendelaars [de ~] noun, plural

  1. de zwendelaars (oplichters)
    le dupeurs

Translation Matrix for zwendelaars:

NounRelated TranslationsOther Translations
dupeurs oplichters; zwendelaars bedriegers; misleiders

Related Words for "zwendelaars":


zwendelaars form of zwendelaar:

zwendelaar [de ~ (m)] noun

  1. de zwendelaar (fraudeur)
    l'imposteur; l'escroc; le dupeur; le trompeur

Translation Matrix for zwendelaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
dupeur fraudeur; zwendelaar bedrieger; flessentrekker; oplichter
escroc fraudeur; zwendelaar bedrieger; chanteur; flessentrekker; oplichter
imposteur fraudeur; zwendelaar bedrieger; flessentrekker; oplichter
trompeur fraudeur; zwendelaar bedrieger; flessentrekker; jokkebrok; leugenaar; leugenbeest; misleider; oplichter
ModifierRelated TranslationsOther Translations
trompeur bedrieglijk; illusoir; misleidend

Related Words for "zwendelaar":


Wiktionary Translations for zwendelaar:


Cross Translation:
FromToVia
zwendelaar arnaqueur; escroc crook — a criminal who steals