Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. zwevend:
  2. zweven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zwevend from Dutch to French

zwevend:

zwevend adj

  1. zwevend (vliegend)
  2. zwevend

Translation Matrix for zwevend:

NounRelated TranslationsOther Translations
volant strook; vliegwiel; volant
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
flottant zwevend drijvend; flodderig; loshangend; slobberig; slodderig; vrij hangend; wapperend
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
flottant drijvend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
volant vliegend; zwevend

zweven:

zweven verb (zweef, zweeft, zweefde, zweefden, gezweefd)

  1. zweven (hangen)
    voler; flotter; planer
    • voler verb (vole, voles, volons, volez, )
    • flotter verb (flotte, flottes, flottons, flottez, )
    • planer verb (plane, planes, planons, planez, )

Conjugations for zweven:

o.t.t.
  1. zweef
  2. zweeft
  3. zweeft
  4. zweven
  5. zweven
  6. zweefen
o.v.t.
  1. zweefen
  2. zweefde
  3. zweefde
  4. zweefden
  5. zweefden
  6. zweefden
v.t.t.
  1. heb gezweefd
  2. hebt gezweefd
  3. heeft gezweefd
  4. hebben gezweefd
  5. hebben gezweefd
  6. hebben gezweefd
v.v.t.
  1. had gezweefd
  2. had gezweefd
  3. had gezweefd
  4. hadden gezweefd
  5. hadden gezweefd
  6. hadden gezweefd
o.t.t.t.
  1. zal zweven
  2. zult zweven
  3. zal zweven
  4. zullen zweven
  5. zullen zweven
  6. zullen zweven
o.v.t.t.
  1. zou zweven
  2. zou zweven
  3. zou zweven
  4. zouden zweven
  5. zouden zweven
  6. zouden zweven
diversen
  1. zweef!
  2. zweeft!
  3. gezweefd
  4. zwevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zweven:

NounRelated TranslationsOther Translations
flotter wegdobberen; wegdrijven
VerbRelated TranslationsOther Translations
flotter hangen; zweven dobberen; er slap bijhangen; slap hangen
planer hangen; zweven fijndrukken; gladmaken; gladwrijven; planeren; platdrukken; platmaken; pletten; polijsten
voler hangen; zweven achterhouden; achteroverdrukken; afnemen; benemen; beroven; beroven van; bestelen; depriveren; fladderen; gappen; inpikken; jatten; kapen; ladelichten; leegplunderen; leegstelen; navigeren; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; per vliegtuig reizen; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; stuiven; te kort doen; toeëigenen; uitplunderen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; vliegen; vliegtuig besturen; wapperen; wegfutselen; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken

Wiktionary Translations for zweven:


Cross Translation:
FromToVia
zweven planer glide — To fly unpowered, as of an aircraft
zweven planer; peser hang — to float as if suspended
zweven planer soar — to fly aloft with little effort
zweven voler dans l’air segeln — (intransitiv) schweben, gleiten, fliegen