Dutch
Detailed Synonyms for aangekleed in Dutch
aangekleed:
-
aangekleed
Related Words for "aangekleed":
aankleden:
-
aankleden
-
aankleden
-
aankleden
– iets versieren, gezelliger maken 1 -
aankleden
– kleren aan het lijf doen 1
Conjugations for aankleden:
o.t.t.
- kleed aan
- kleedt aan
- kleedt aan
- kleden aan
- kleden aan
- kleden aan
o.v.t.
- kleedde aan
- kleedde aan
- kleedde aan
- kleedden aan
- kleedden aan
- kleedden aan
v.t.t.
- heb aangekleed
- hebt aangekleed
- heeft aangekleed
- hebben aangekleed
- hebben aangekleed
- hebben aangekleed
v.v.t.
- had aangekleed
- had aangekleed
- had aangekleed
- hadden aangekleed
- hadden aangekleed
- hadden aangekleed
o.t.t.t.
- zal aankleden
- zult aankleden
- zal aankleden
- zullen aankleden
- zullen aankleden
- zullen aankleden
o.v.t.t.
- zou aankleden
- zou aankleden
- zou aankleden
- zouden aankleden
- zouden aankleden
- zouden aankleden
diversen
- kleed aan!
- kleedt aan!
- aangekleed
- aankledende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aankleden