Dutch
Detailed Synonyms for aanraden in Dutch
aanraden:
-
aanraden
-
aanraden
Conjugations for aanraden:
o.t.t.
- raad aan
- raadt aan
- raadt aan
- raden aan
- raden aan
- raden aan
o.v.t.
- ried aan
- ried aan
- ried aan
- rieden aan
- rieden aan
- rieden aan
v.t.t.
- heb aangeraden
- hebt aangeraden
- heeft aangeraden
- hebben aangeraden
- hebben aangeraden
- hebben aangeraden
v.v.t.
- had aangeraden
- had aangeraden
- had aangeraden
- hadden aangeraden
- hadden aangeraden
- hadden aangeraden
o.t.t.t.
- zal aanraden
- zult aanraden
- zal aanraden
- zullen aanraden
- zullen aanraden
- zullen aanraden
o.v.t.t.
- zou aanraden
- zou aanraden
- zou aanraden
- zouden aanraden
- zouden aanraden
- zouden aanraden
diversen
- raad aan!
- raadt aan!
- aangeraden
- aanradende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze