Dutch
Detailed Synonyms for adopteren in Dutch
adopteren:
-
adopteren
-
adopteren
– als kind opnemen in het gezin 1
Conjugations for adopteren:
o.t.t.
- adopteer
- adopteert
- adopteert
- adopteren
- adopteren
- adopteren
o.v.t.
- adopteerde
- adopteerde
- adopteerde
- adopteerden
- adopteerden
- adopteerden
v.t.t.
- heb geadopteerd
- hebt geadopteerd
- heeft geadopteerd
- hebben geadopteerd
- hebben geadopteerd
- hebben geadopteerd
v.v.t.
- had geadopteerd
- had geadopteerd
- had geadopteerd
- hadden geadopteerd
- hadden geadopteerd
- hadden geadopteerd
o.t.t.t.
- zal adopteren
- zult adopteren
- zal adopteren
- zullen adopteren
- zullen adopteren
- zullen adopteren
o.v.t.t.
- zou adopteren
- zou adopteren
- zou adopteren
- zouden adopteren
- zouden adopteren
- zouden adopteren
diversen
- adopteer!
- adopteert!
- geadopteerd
- adopterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
adopteren