Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. boeten voor:


Dutch

Detailed Synonyms for boeten voor in Dutch

boeten voor:

boeten voor verb (boet voor, boette voor, boetten voor, geboet voor)

  1. boeten voor
    boeten voor; bloeden voor

Conjugations for boeten voor:

o.t.t.
  1. boet voor
  2. boet voor
  3. boet voor
  4. boeten voor
  5. boeten voor
  6. boeten voor
o.v.t.
  1. boette voor
  2. boette voor
  3. boette voor
  4. boetten voor
  5. boetten voor
  6. boetten voor
v.t.t.
  1. heb geboet voor
  2. hebt geboet voor
  3. heeft geboet voor
  4. hebben geboet voor
  5. hebben geboet voor
  6. hebben geboet voor
v.v.t.
  1. had geboet voor
  2. had geboet voor
  3. had geboet voor
  4. hadden geboet voor
  5. hadden geboet voor
  6. hadden geboet voor
o.t.t.t.
  1. zal boeten voor
  2. zult boeten voor
  3. zal boeten voor
  4. zullen boeten voor
  5. zullen boeten voor
  6. zullen boeten voor
o.v.t.t.
  1. zou boeten voor
  2. zou boeten voor
  3. zou boeten voor
  4. zouden boeten voor
  5. zouden boeten voor
  6. zouden boeten voor
diversen
  1. boet voor!
  2. boet voor!
  3. geboet voor
  4. boetend voor
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for boeten voor