Dutch
Detailed Synonyms for brandmerk in Dutch
brandmerk:
Related Words for "brandmerk":
brandmerk form of brandmerken:
-
brandmerken
branden; markeren; brandmerken; inbranden; van stigma's voorzien-
van stigma's voorzien verb (voorzie van stigma's, voorziet van stigma's, voorzag van stigma's, voorzagen van stigma's, van stigma's voorzien)
Conjugations for brandmerken:
o.t.t.
- brandmerk
- brandmerkt
- brandmerkt
- brandmerken
- brandmerken
- brandmerken
o.v.t.
- brandmerkte
- brandmerkte
- brandmerkte
- brandmerkten
- brandmerkten
- brandmerkten
v.t.t.
- heb gebrandmerkt
- hebt gebrandmerkt
- heeft gebrandmerkt
- hebben gebrandmerkt
- hebben gebrandmerkt
- hebben gebrandmerkt
v.v.t.
- had gebrandmerkt
- had gebrandmerkt
- had gebrandmerkt
- hadden gebrandmerkt
- hadden gebrandmerkt
- hadden gebrandmerkt
o.t.t.t.
- zal brandmerken
- zult brandmerken
- zal brandmerken
- zullen brandmerken
- zullen brandmerken
- zullen brandmerken
o.v.t.t.
- zou brandmerken
- zou brandmerken
- zou brandmerken
- zouden brandmerken
- zouden brandmerken
- zouden brandmerken
en verder
- ben gebrandmerkt
- bent gebrandmerkt
- is gebrandmerkt
- zijn gebrandmerkt
- zijn gebrandmerkt
- zijn gebrandmerkt
diversen
- brandmerk!
- brandmerkt!
- gebrandmerkt
- brandmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze