Dutch

Detailed Synonyms for gehaast in Dutch

gehaast:

gehaast adj

  1. gehaast

gehaast [znw.] noun

  1. gehaast
    gejacht; gejaag; het gejakker; gehol; gehaast; het gedraaf

Related Words for "gehaast":

  • gehaaste

gehaast form of haasten:

haasten verb (haast, haastte, haastten, gehaast)

  1. haasten
    haasten; tot spoed aanzetten; spoeden; jachten
  2. haasten
    haasten; jagen; zich spoeden; aanpoten; overhaasten; voortmaken; haast maken; ijlen; spoeden
    • haasten verb (haast, haastte, haastten, gehaast)
    • jagen verb (jaag, jaagt, jaagde, jaagden, gejaagd)
    • aanpoten verb (poot aan, pootte aan, pootten aan, aangepoot)
    • overhaasten verb (overhaast, overhaastte, overhaastten, overhaast)
    • voortmaken verb (maak voort, maakt voort, maakte voort, maakten voort, voortgemaakt)
    • haast maken verb (maak haast, maakt haast, maakte haast, maakten haast, haast gemaakt)
    • ijlen verb (ijl, ijlt, ijlde, ijlden, geijld)
    • spoeden verb (spoed, spoedt, spoedde, spoedden, gespoed)

Conjugations for haasten:

o.t.t.
  1. haast
  2. haast
  3. haast
  4. haasten
  5. haasten
  6. haasten
o.v.t.
  1. haastte
  2. haastte
  3. haastte
  4. haastten
  5. haastten
  6. haastten
v.t.t.
  1. heb gehaast
  2. hebt gehaast
  3. heeft gehaast
  4. hebben gehaast
  5. hebben gehaast
  6. hebben gehaast
v.v.t.
  1. had gehaast
  2. had gehaast
  3. had gehaast
  4. hadden gehaast
  5. hadden gehaast
  6. hadden gehaast
o.t.t.t.
  1. zal haasten
  2. zult haasten
  3. zal haasten
  4. zullen haasten
  5. zullen haasten
  6. zullen haasten
o.v.t.t.
  1. zou haasten
  2. zou haasten
  3. zou haasten
  4. zouden haasten
  5. zouden haasten
  6. zouden haasten
en verder
  1. ben gehaast
  2. bent gehaast
  3. is gehaast
  4. zijn gehaast
  5. zijn gehaast
  6. zijn gehaast
diversen
  1. haast!
  2. haast!
  3. gehaast
  4. haastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "haasten":