Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. huiseigenaar:


Dutch

Detailed Synonyms for huiseigenaar in Dutch

huiseigenaar:

huiseigenaar [de ~ (m)] noun

  1. de huiseigenaar
    de huiseigenaar; huisbezitter; de woningbezitter

Related Words for "huiseigenaar":

  • huiseigenaren, huiseigenaars