Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate luis

Synonyms for luis in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

luis:
- luis; hoofdluis
lui:
- lui; werkschuw; traag; niets doend
- luitjes; lieden; lui
- lui

Dutch

Detailed Synonyms for luis in Dutch

luis:

luis [de ~] noun

de luis
de luis; de hoofdluis
- luis [de ~] noun
- hoofdluis [de ~] noun

Related Words for "luis":

luizen, lui

luis form of lui:

lui adj

lui
lui; werkschuw; traag
- lui adj
- werkschuw adj
- traag adj
lui
lui; niets doend
- lui adj
- niets doend adj

lui [de ~] noun, plural

de lui
de luitjes; de lieden; de lui
- luitjes [de ~] noun, plural
- lieden [de ~] noun, plural
- lui [de ~] noun, plural

lui [de ~] noun, plural

de lui

– mensen ¹
de lui
– mensen ¹
- lui [de ~] noun, plural
  - dat zijn leuke lui¹
de lui

– slaperig ¹
de lui
– slaperig ¹
- lui [de ~] noun, plural
  - ik ben lui, ik ga naar bed¹
de lui

– zonder zin om iets te doen ¹
de lui
– zonder zin om iets te doen ¹
- lui [de ~] noun, plural
  - hij maakt zich niet zo druk, hij is een beetje lui¹

Related Words for "lui":

luiheid, luien, luis, luier, luiere, luist, luiste, luitjes, luie

Antonyms for "lui":

ijverig; vlijtig

Related Definitions for "lui":

mensen¹
- dat zijn leuke lui¹
slaperig¹
- ik ben lui, ik ga naar bed¹
zonder zin om iets te doen¹
- hij maakt zich niet zo druk, hij is een beetje lui¹

¹Muiswerk Woordenboek