Dutch
Detailed Synonyms for meedoen in Dutch
meedoen:
-
meedoen
-
meedoen
-
meedoen
– samen met anderen iets doen 1
Conjugations for meedoen:
o.t.t.
- doe mee
- doet mee
- doet mee
- doen mee
- doen mee
- doen mee
o.v.t.
- deed mee
- deed mee
- deed mee
- deden mee
- deden mee
- deden mee
v.t.t.
- heb meegedaan
- hebt meegedaan
- heeft meegedaan
- hebben meegedaan
- hebben meegedaan
- hebben meegedaan
v.v.t.
- had meegedaan
- had meegedaan
- had meegedaan
- hadden meegedaan
- hadden meegedaan
- hadden meegedaan
o.t.t.t.
- zal meedoen
- zult meedoen
- zal meedoen
- zullen meedoen
- zullen meedoen
- zullen meedoen
o.v.t.t.
- zou meedoen
- zou meedoen
- zou meedoen
- zouden meedoen
- zouden meedoen
- zouden meedoen
diversen
- doe mee!
- doet mee!
- meegedaan
- meedoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze